top of page
Foto van schrijverRoer

Meer dan werken

In gesprek met Luc C Martens


Over het boerenpaard dat in de valkuil trapt, een trektocht in de Himalaya

en drie gedichten uit zijn jongste bundel 'Twee uur per maand kom ik van je houden'



Dag Luc. Welkom terug bij Roer.


Wat houdt jou zoal bezig de laatste tijd?


Op dit moment probeer ik zinvol het leven als gepensioneerde in te vullen. Concreet lees is dus veel meer als vroeger en heb ik vorig jaar 2 fantastische reizen gemaakt. IJsland rond in 16 dagen en een 12 daagse trektocht in de Himalaya. Het verwoorden van deze ervaringen via teksten drijft mij iedere dag. Op dit moment heb ik mijn dagboekje dat ik bijhield tijdens de trektocht uitgeschreven en hoop dat tot een autofictie roman te kunnen verwerken. Het idee van 6 mannen +65 die elkaar niet allemaal op voorhand kennen levert een boeiende dynamiek op. Deze focus ligt wellicht aan de basis van het feit dat de muze voor nieuwe gedichten wat achterwege blijft. Er is wel de aanzet voor een volgende bundel met een cyclus over burn-out die in maart 2024 in Poëziekrant verscheen en waarvan ik hoop dat nog te kunnen uitbreiden. Ook die twee reizen zijn een grote bron voor nieuwe gedichten. Ik ben echter in een levensfase aangekomen waar niets moet en alles kan wachten. Dat doet echter niets af van mijn gedrevenheid           


Hoe zou jij jezelf in het kort voorstellen aan een onbekende? 

Wat beschouw je als jouw meest bijzondere eigenschappen?


Ik ben een West-Vlaams boerenpaard die in de valkuil getrapt is van zonder prikklok te leven om te werken. Ik deed dat binnen het academisch milieu.  Toen na 25 jaar het besef eindelijk doordrong dat er meer was dan werken, kwam de poëzie op mijn weg. Wat een hobby moest worden, werd een passie om het métier onder de knie te krijgen en om dit ook naar buiten te brengen. Via de poëzie kon ik mijn romantische ziel en mijn innerlijke ontroering kwijt. Ik ben een minzaam (soms te ) bescheiden man, gezond ambitieus maar tegelijk motiverend en begeesterend voor anderen en stel mij als team player op. Vanuit mijn opvoeding gebaseerd op ‘wat gaan de anderen ervan zeggen’ is er altijd een zekere schroom, angst, gebrek aan durf gebleven om echt uit te breken.  


Op jouw webstek vond ik twee citaten terug.


De meeste gebeurtenissen zijn niet te verwoorden, ze voltrekken zich in een ruimte die nog nooit door een woord is betreden…. Die ruimte is het werkveld van de dichter 

Rainer Maria Rilke


Een gedicht bestaat niet alleen uit woorden, het bestaat uit woorden en hun stilte. 

Martinus Nijhof


Hoe zie jij het verband tussen stilte en taal?

Is taal een bron van stilte of maakt het geschreven woord stil? 


De beide volgens mij. Met taal kun je stiltes creëren: een komma in een zin, een stop tijdens het voorlezen of de witregel in een gedicht. Op dat moment is taal bron van stilte en die bewust gecreëerde stiltes zorgen meteen voor nieuwe taal; de luisteraar of lezer heeft die stiltes nodig om wat verteld of gelezen wordt te laten doordringen, beter te begrijpen en dat moet niet noodzakelijk hetzelfde zijn wat de schrijver bedoeld heeft. Je kunt echter ook stil worden van een tekst die je raakt, ontroerd. Dan is de gebruikte taal - zeker in een gedicht - ook het meest geslaagd want voor mij blijft het een van de basisregels: een gedicht moet ontroeren.   


Wat maakt voor jou een gedicht sterker?


Structuur bij het lezen en muzikaliteit bij het beluisteren van een gedicht zijn voor mij wel de twee belangrijkste. Zo ben ik enorm fan van het binnenrijm en het gebruik van terugkerende klinkerklanken.  De gelaagdheid in een gedicht is ook een grote meerwaarde. Structureel hou ik heel erg van één vers als pointe na een witregel.


Wat zijn de belangrijkste bestanddelen in poëzie? 


Voor mij zijn het zelfstandige beeld, de figuratieve beeldspraak, ritme, klankassociaties, alliteraties, binnenrijm en het gebruik van metaforen toch belangrijke bestanddelen  die in een gedicht moeten voorkomen. Met de huidige evolutie naar het prozagedicht echter vervalt dit blijkbaar allemaal. Het fabuleren rond één gedachte is nu aan de orde en krijgt de meeste aandacht wars van alle regels van de oudere leermeesters. Ik vind dat een beangstigende evolutie.. 


We buigen ons uit enkele gedichten uit jouw laatste bundel 

‘Twee uur per maand kom ik van jou houden?’ 


In Barbiepop, uit de cyclus Zus, wordt de mooiste pop op speelse wijze gemarteld. 

Moeder hecht de wonden, letterlijk bijna. De slotstrofe heldert veel op. 


… met het bloed onder jouw nagels, stikte je

jaar na jaar haar seizoenen aan elkaar. zij zou stralen,

bleef jouw Barbiepop tot je naald en draad verloor 


Is dit uit het eigen leven gegrepen of heb je dit verhaal verzonnen?

Is dat voor jou de rol van de moeder? De schade beperken of herstellen? 


Dit was voor mij keiharde realiteit. De drie jaar oudere zus met een verstandelijke beperking als gevolg van een mismeesterde oorontsteking en de moeder aan de haard met een levenslang schuldgevoel. Ondanks de vernielzucht van de zus zou ze er altijd piekfijn uitzien. Tot in haar zeventiger jaren naaide moeder haar kleren. Haar eerste kind werd haar barbiepop. Verstandelijk kon niets hersteld worden maar ze zou er altijd mooi uitzien. De moeder neemt niet echt de rol op van schade beperken of herstellen maar eerder van  compenseren zowel naar haar kind toe als naar zichzelf. 

Het openbijten van de wonden kan zo gelezen worden. Enerzijds beet de zus letterlijk geheelde wonden weer open maar met de schaar in nieuwe kleren snijden, reet ze ook telkens weer de wonde open bij moeder. Toch bleef de zus moeder’s barbiepop tot ze naar het rusthuis ging… tot je naald en draad verloor. Dit gedicht is volledig uit mijn leven gegrepen.


De voorbije jaren leefde mijn moeder in een woonzorgcentrum. Ik bezocht haar 2 keer per maand en zag de evolutie van een vivante vrouw die niet meer zelfredzaam was naar een dementerende vrouw. Dit gaf inspiratie voor de hele cyclus Wrakhout. Week na week kwamen er impressie bij die in dit gedicht zijn weergegeven. De sterke vrouw die een gezin had rechtgehouden en zestig jaar lang haar leven gaf voor haar kind met een beperking werd zelf beperkt en kwetsbaar zoals een kind. 


Schrijf je altijd vanuit ervaringen? 


Ik schrijf heel veel uit eigen ervaring en dat is zeker zo in deze bundel. Dat was ook grotendeels zo in mijn eerste bundel (Hoop op stille muren) en in bij mijn reisgedichtenbundel (Tussen arend en schildpad). In de duobundel met Steven Van Der Heyden (Tot ze koud is) over de liefde waren er ook gedichten verzonnen en geïnspireerd op schilderijen. Soms vertrekken gedichten vanuit een eigen ervaring in een eerste strofe waar dan het vervolg verzonnen wordt. Je zou het autofictie gedichten kunnen noemen. 

  

In het titelloze slotgedicht uit de cyclus Envoi worden de jaren opgeborgen. Een fragment. 


ik schik de jaren in bananendozen,

veeg onze vakanties op,

stof de zolder af en vouw

met de laatste krant een kleiner bootje

voor als het water komt


Salvator Dali zei. Afscheid is de geboorte van de herinneringen. 

Het ultieme afscheid is het moment waarop je afscheid neemt van het leven zelf. 

Alsof je een verhuis voorbereidt. 


Hoe begin je daaraan? Hoe doe je zoiets? 


Vooreerst mag je je niet  teveel hechten. Niets kunnen wegdoen is de grootste valkuil om van een verhuis een nachtmerrie te maken. Zo hebben wij altijd gezegd dat we niet getrouwd waren met ons huis. Toen de grote tuin een sleur werd en het huis voor mijn partner te groot, was de keuze vlug gemaakt om kleiner/anders te gaan wonen. Op dat ogenblik neem je vooral afscheid van materiële dingen. Je maakt na dertig jaar een huis leeg en ziet je hele leven passeren. Een afvalcontainer vertrekt met 30 kubieke meter tastbare herinneringen en je rijdt twintig keer naar de kringloopwinkel. We merken na acht jaar dat we niets missen. Van de niet-materiële herinneringen neem je echter geen afscheid. Je neemt die mee. In die optiek heeft Dali gelijk. De herinneringen zijn voor ons toegenomen. Achterlaten maakt je leven rijker.   

   

Hoe zou jij zelf het ultieme afscheid omschrijven? 


Om even bij Dali te blijven is voor mij het ultieme afscheid je herinneringen achterlaten voor al diegenen die met jou de weg zijn gegaan. Afscheid is voor mezelf terug keren tot je innerlijkste ik,  tot het moment dat alleen het hart klopte en je geen bewustzijn had van ledematen, hersenen of geslacht. Als dan het hart stopt en ik terug keer tot staf en as zoals ik was bij de oerknal dan is het werelds afscheid genomen. Een gedicht over afscheid schreef ik nog niet maar opnieuw Dali achterna zou je kunnen voor het ultieme afscheid kunnen zeggen: het begraven van de eigen herinneringen.  


Tot slot. Wat ligt er nog voor de boeg in 2024? 


Wat de poëzie betreft mocht ik een gedicht schrijven bij een keramiek van MaRf; Dat zal te zien en te lezen zijn tijdens een beelden- en poëzieroute in Lo-Reninge in de zomer. Op vraag van de nieuwe stadsdichter Jana Arns werkte ik mee aan een haiku project voor 25 jaar Europese unie. Dat was een nieuwe uitdaging. Voor de zomer hoop ik mijn reisroman af te werken. Ik laat me hierin begeleiden door Creatief schrijven. In de tweede helft van het jaar hoop ik de focus terug te verleggen op het gedichten schrijven en toe te werken naar een volgende bundel met als werktitel: Ik vloog tegen je raam.


gedichten


zonder titel - uit de cyclus wrakhout

zonder titel - slotgedicht uit de cyclus Envoi



vragen: Wim Vandeleene


bottom of page