vanuit de deuropening zie ik een kind,
vermomd in een oude, wijze vrouw
ze pelt een mandarijntje, afgemeten,
met broze trommelstokjes
voorzichtig lacht ze de herkenning
bloot, oogt alsof ze verrast is, verbergt
de angst voor het nummer dat ze kreeg
in dit huis van vreemde gezichten
ontwijkt elke vraag, legt een deken
over de vlekken van de leeftijd
met dikke sokken in gevoerde sloffen
bewaakt ze haar laagste vuur
in dit winteruur waarin de zon alleen maar
kouder wordt en zij enkel nog de dagen pelt
wat is er nu van jou geworden, het meisje dat ik
graag had gekend voor ze mijn moeder werd
zonder titel - uit de cyclus Wrakhout
Twee uur per maand kom ik van je houden - uitgeverij P
Comments