I
Zoals ik ben sta ik voor u
geweld van plooien
de vruchten gezwollen
een buikig beeld
zo vol en zo leeg
want op lemen benen.
II
Geef mij grote lappen stof
geef mij kleuren
dat ik wonden bedek
striemen verhul
dat mijn naakte ik verdwijnt
in deze bonte bunker.