I
wat je hier ontdekt, overtreft de waan
dit bedreigde palet, deze bizarre bondgenoten
de kikker baadt in zijn private poel
een handvol regen in de bamboestengel
een vingerdier tikt op schors en luistert
naar het antwoord van keverlarven
een lemuur likt dauw van je handen
richt een pluimstaart omhoog als trofee
gedachten volgen de sprongen van de fretkat
en ergens in een mangoboom strijkt een vleerhond neer
zijn nachtogen boren
door je roerloze schaduw heen
II
de baobab weerstaat woestijn
slaat schaarse regen op binnen zijn omtrek
ooit wierp een god hem als straf op de aarde
op zijn kruin gevallen, staken zijn wortels in de lucht
als gekrompen takken waaraan bladeren groeien
met spitse vingers, vruchten in de vorm van oude broden
vleermuizen bestuiven meeldraden
je proeft wat je plukt, taai slijm, zure pulp
de zoete amandelsmaak van zaden
uit zijn bast win je vezels voor een mand
om een oogst aan indrukken te vergaren
III
lemuren nippen van de nectar
de tamarinde houdt je habitat groen
hij groeit traag in droogte, zijn takken dienen als zwepen
voor de hoon van je demonen, de reizigersboom bundelt
bladeren tot een waaier om private delen te beschutten
tegen begerige ogen, muggenlarven drinken uit je oksels
bestuivers worden beloond met het rantsoen van de bloei
