Erna Schelstraete
Kan dit het huis zijn?
In het glas zie ik de buurt gespiegeld zoals toen,
niets dan bomen. Doden dromen in de muren, ,
koude stenen dragen dit oude dak.
Kinderen met mijn stem wonen hier, ademen
de lucht waarin vliegers aan touwen trokken
een boodschap ronkend opsteeg, onbegrepen.
Alles bleef onuitgesproken toen, doodgewoon.
Hier sliep de man die mijn vader was
onder de blote pannen, hier verdween hij
in een boek terwijl uit de radio opera stroomde.
Op een zomerhete dag toen ik een bloeiende moeder was,
de tuin niets dan een vage gedachte aan dagverse groenten
hield zijn hart plots op. Deze heilige grond
bestond verder zonder hem, zonder oogst als toen.
Hier bleef de echo van mijn eerste woorden galmen.
Kan dit het huis zijn waar onder verse lakens
nieuwe wonden worden geheeld?