Zijn linkerhand volgt uur na uur
ogen, beelden en gedachten.
Lijn na lijn groeit de gravure
in het roodkoper. Geboorte.
Er moet licht zijn, vloeibaar zilver
om het donker te bewaken.
De burijn snijdt als een scheermes,
onverbiddelijk telt elke micrometer,
de blik vergroot met lenzen.
De plaat, een lege spiegel, laat hem binnen
langs het schetsboek in zijn hoofd.
Eeuwen kunde, geduld van monniken
of juweliers, Dürer bijvoorbeeld.
Zoals hij zijn demonen aan banden legde
met duizend precieze lijnen, zo raakt deze prent
monkelend de monsters van alledag,
zet ze spottend te kijk alsof in onze tijd
niets de mens belet uit dood hout
straffeloos leven te wekken.
Comentários