top of page
  • Foto van schrijverEdward Hoornaert

In het uur van de stilte

Davide Gariti



Nell’ora del silenzio si può toccare la notte, raschia i suoi fumi lontani e gente e cani sugli altari terrestri si animano di un’altra voce, un’altra croce. Si può scorgere la formica ferire a piccoli passi la terra.

In het uur van de stilte kan je de nacht aanraken, ze hoest haar verre rookwolken op en op de altaren van de aarde komen mensen en honden met een andere stem, een ander kruis tot leven. In het uur van de stilte kan je zien hoe de mier met kleine pasjes de aarde verwondt.



(Vertaling: Edward Hoornaert)




Tegen 2064 zullen we met zo’n 9,7 miljard mensen op deze planeet rondlopen. Er zou daarmee een wereldwijde bevolkingspiek bereikt worden. Het lijkt erop dat de menselijke soort vooralsnog even verder gaat op de ingeslagen weg van overconsumptie en de bio-capaciteit van de aarde stevig onder druk blijft zetten.


Onze planeet, die bij nachte schittert vanuit de ruimte, blinkt anno 2020 uit in lichtvervuiling. En niet in het minst in België. Een slordige twee miljoen lampen zetten ons wegennetwerk op de kaart. België is niet alleen het epicentrum van de Europese Unie, maar ook het fel knipperend neonlicht van een Europees lichttapijt. Je zou er zowaar een zwartkijker van worden. Of mooier gezegd: een mens met nachtvisie. Het gedicht van Davide Gariti heeft nachtvisie. Op een ontstellend eenvoudige manier wordt het beeld scherpgesteld.


‘They say that / nothing is wasted: / either that / or / it all is.’, schrijft Bukowski in een kort gedicht met als titel Dark night poem. ‘s Nachts gaat niets verloren, worden we overgeleverd aan overpeinzingen en dromen. Het is in het donker dat we broeden op de kleuren van morgen. Tot er geen morgen meer zal zijn.


Ondertussen blijven we vlijtig verder bouwen aan een wereld die op een dag gedoemd is te verdwijnen. Als dat geen ironie is. En toch is deze gedachte niet eens zo overweldigend als je kijkt naar het moment waarop de mens op de tijdslijn van de kosmos is verschenen. Net zoals de dino’s zullen ook wij in een verre toekomst geofferd worden op ‘ de altaren van de aarde’.


Het volstaat om even afstand te nemen, onszelf even naar de achtergrond te verplaatsen om te zien ‘hoe de mier met kleine pasjes de aarde verwondt’. Hoe de mens op die manier ook aan zelfverwonding doet. Er is geen glazen bol voor nodig om het lot van de mens te kunnen voorvoelen. Het volstaat ‘in het uur van de stilte’ de nacht aan te raken. De mens wil zo nodig voor het voetlicht, maar is voor de schaduw geboren.

bottom of page