top of page
  • Foto van schrijverEdward Hoornaert

In de gloed van een aswolk

Eleonora Rimolo



Dalle carcasse dei gatti lasciate nella cenere di questi disastri sale un fumo di arancia rossa amarissima, riconosciuto veleno:


forse la ricorderemo questa strage nella malattia, come non sai se di gioia o rabbia o noia piangono abbracciati quei due seduti avvinghiati sopra la panchina, dietro il campanile, mentre ci avvolge tutti la stessa nube rubina, l’uguale sorte tremenda.




Uit de karkassen van katten die achterbleven

in de as van deze rampen stijgt een hoogst bittere

roodoranje rook op, erkend vergif:


misschien zullen we ons dit bloedbad herinneren

in ziekte, evenmin weet je of het van vreugde,

woede of verveling is dat die twee daar op het bankje

achter de klokkentoren zitten te huilen

zich aan elkaar vastklampen in innige omhelzing

terwijl dezelfde robijnrode wolk, hetzelfde

verschrikkelijke lot ons allen omhult.


Vertaling: Edward Hoornaert



Het IPCC, de lntergouvernementele Werkgroep inzake Klimaatverandering, laat er geen schijn van twijfel meer over bestaan. In zijn meest recente rapport wordt de menselijke soort ‘code rood’ toebedacht. De miljarden tonnen koolstofdioxide die we sinds halverwege de negentiende eeuw de lucht inpompen zorgen voor de hoogste concentraties van dat gas op aarde in de voorbije twee miljoen jaar. Hittegolven en hevige regenval die zorgt voor overstromingen komen in alle delen van wereld met steeds grotere regelmaat voor en klimaatverandering bedreigt niet langer enkel manifest half verzonken eilanden of regio’s onder de zeespiegel maar alle bewoonde gebieden ter wereld.


Niet alleen de beelden van de verwoestende overstromingen in eigen land en enkele van onze buurlanden zijn de wereld rondgegaan, maar ook de beelden van de bosbranden op het Griekse eiland Elvia staan op ons netvlies gebrand. ‘Hell and high water writ large’, zo benoemde Professor Dave Reay, directeur van het Climate Change Institute van de universiteit van Edinburgh, de recente catastrofes. De bosbranden hebben inderdaad iets weg van hel op aarde. Albanië, Griekenland, Turkije, Frankrijk, Spanje, Portugal, Rusland, de Verenigde Staten, Australië… het lijstje van landen waar het vuur deze zomer wild om zich heen slaat is schier eindeloos. Ook Zuid-Italië krijgt het opnieuw hard te verduren.


De herinnering aan de zomer van 2017 zal bij Eleonora Rimolo nooit ver weg geweest zijn. Met temperaturen die boven de veertig graden uitstegen, was het ook toen een bloedhete zomer waarin het zuiden van Italië gegeseld werd door bosbranden. Voor de dichteres afkomstig uit Salerno (Campania) betekende de natuurramp een keerpunt in haar poëtica. Het afbranden van de door haar zo gekoesterde lanschappen en de horror van verbrande dieren vormden meteen ook het uitgangspunt van haar bundel La terra originale (Het oorspronkelijke land) waaruit ik bovenstaand gedicht plukte.


In twee strofes wordt de ontzetting van wat zich aankondigt als een traumatische ervaring geschetst. Het gedicht opent met een beeld waaraan het oog zich niet kan onttrekken: karkassen van katten die nasmeulen en opgaan in de schrikwekkende roodoranje gloed van een aswolk die zich onmiskenbaar verspreidt in de lucht als vergif.


De nachtmerrie is werkelijkheid, maar beperkt zich niet tot het misselijkmakend schouwspel dat zich voor de ogen van het ‘ik’ afspeelt. In de tweede strofe wordt het gebeuren immers verder verinwendigd en doorgetrokken in de tijd, anticipeert de dichteres op de uitwerking van het vergif vanuit een mogelijke herinnering in de toekomst. Die is onzeker en dus wordt de getraumatiseerde blik opnieuw op het heden gericht, zoekt hij zijn toevlucht tot een beeld dat een tegengewicht kan vormen. Dat van twee mensen die elkaar innig omhelzen en huilen.


Huilen uit vreugde omdat ze het overleefd hebben? Uit woede voor wie of wat ze verloren? Uit verveling omdat ze zijn vast komen te zitten, hun leven tot stilstand gekomen is? Wat hen ook tot tranen toe moge bewegen, het beeld is krachtig verankerd in zijn omgeving. Het bankje onder de klokkentoren, meer is er niet nodig om houvast te creëren. Het kleine landleven, hoezeer ook geteisterd, blijft overeind en dient op de achtergrond als rustpunt te midden van al de tragiek. Want die blijft een feit. De omhelzing houdt stand, maar wordt overvleugeld door het verschrikkelijke lot dat allen in een gifwolk omhult.



(Eleonora Rimolo (Salerno, 1991) is onderzoeker Italiaanse letterkunde aan de Universiteit van Salerno. Volgende dichtbundels van haar werden eerder uitgegeven: 'La resa dei giorni' (Alter Ego, 2015 - Premio Giovani Europa in Versi), 'Temeraria gioia' (Ladolfi, 2017 - Premio Pascoli "L'ora di Barga", Premio Civetta di Minerva) en 'La terra originale' (Pordenonelegge - Lietocolle, 2018 - Premio Achille Marazza, Premio "I poeti di vent'anni”. Premio “Pordenonelegge Poesia”, Premio Minturnae). Met Giovanni Ibello redigeerde ze de bloemlezing 'Abitare la parola. Dichters geboren in de jaren 90' (Ladolfi 2019). Ze is directeur van de online-afdeling van het tijdschrift Atelier, alsook directeur van de poëziereeksen 'Letture Meridiane' en 'Aeclanum' voor Delta3 edizioni.)



Comments


bottom of page