top of page
  • Foto van schrijverRoer

Geen macht, geen ego


Over onbekende paden, blije koeien en een aangereden eend





Dag Monique. Voor we jouw werk belichten, laat ik de lezers van Roer graag kennismaken met de vrouw achter de gedichten. Wanneer je iemand vraagt, stel jezelf even voor, krijg je vaak een opsomming van gegevens. Een naam, een woonplaats, een beroep, een opsomming van wapenfeiten. Een soort mini CV, wat misschien te weinig zegt. 


Daarom stel ik de vraag op een andere manier. Wat denk je dat jouw meest bijzondere eigenschap is? Wat maakt Monique uniek? Geloof je trouwens dat mensen uniek zijn? Of delen we vooral gelijkenissen en zijn we gewoon varianten van één soort? 


Wat mijn meest bijzondere eigenschap is, vind ik een lastige vraag om zelf te beantwoorden.  Wat me wel opvalt ten opzichte van anderen  in mijn omgeving is dat ik me meer dan gemiddeld, denk ik, bewust ben van dieren in mijn omgeving en me verwant aan hen voel.  Dat maakt het voor mij moeilijk om dierenleed te zien. Ik merk dat veel anderen er niet bij stilstaan als ze een varkenstransport zien bijvoorbeeld.  (het varken staat in de top tien van meest intelligente dieren en is net zo sociaal als een hond) Dat zoiets als de bio-industrie bestaat in een geciviliseerde samenleving als de onze vind ik eigenlijk onvoorstelbaar.


De mens pretendeert uniek te zijn, ik geloof niet dat we dat zijn. Zijn alle soorten niet uniek op hun eigen manier? We zijn allemaal met elkaar verbonden. Wist je bijvoorbeeld dat 70 procent van de genen van een zebravis terug te vinden zijn in de mens? En dat 84 procent van deze genen ook een link hebben met menselijke ziekten?  Er is nog zoveel dat we niet weten.


Half april verscheen jouw debuut Wisselplaats. In die bundel schrijf je onder meer over de oorsprong, de mens en zijn omgeving. Over het antropoceen bestaan honderden theorieën. Maar we horen graag hoe jij daarover denkt. Hoe verhoudt de mens zich tot zijn omgeving en verandert die verhouding of is die sinds de uitvinding van de vuistbijl; het kampvuur en het karrewiel zo ongeveer gelijk gebleven?


Hoe de mens zich verhoudt tot zijn omgeving en alles wat daarin leeft en beweegt is een vraag die me heel erg bezighoudt. Je zegt “gelijk gebleven”, in mijn optiek is er nooit sprake geweest van enige gelijkwaardigheid. Ik denk dat het een verhouding is die onderhevig is, of zou moeten zijn, aan veranderingen. Als mens zouden we, net als dieren, mee moeten bewegen met veranderingen. Dieren adapteren en “accepteren” het als een soort uitsterft of als er veel van de soort sterft aan een virus of als de leefomgeving verandert. De steltloper bijvoorbeeld wordt gedwongen uit te wijken naar het platte dak om te nestelen omdat de weilanden veel vaker gemaaid worden dan vroeger zodat er geen nestmogelijkheden meer  zijn in het broedseizoen. Maar wij als mensen bewegen niet mee, wij willen dat alles en iedereen om ons heen zich aanpast aan ons. Mensen willen graag in de natuur zijn en dieren zien en bewonderen maar we willen er geen (over)last van hebben. Als er teveel ‘onkruid’ groeit gaan we onze terassen betegelen en als we teveel schaduw op onze zonnepanelen hebben, kappen we de bomen. Als bijvoorbeeld kooidieren een ziekte krijgen, worden ze massaal geruimd, ook de gezonde dieren. In mijn optiek kunnen we alleen overleven door ons aan te passen aan de omgeving en deze te respecteren. We vinden het te vanzelfsprekend dat natuur en dieren voor onze belangen moeten wijken. 


We belichten drie gedichten uit jouw bundel Wisselplaats.


In Eldorado worden plooien glad gestreken. De kinderen spelen. Het leed wordt met pleisters behandeld. Een wolf mengt zich onder de mensen en er worden onvindbare tunnels gegraven. Volgens de legende is El Dorado geen land maar een man, bedekt met goudpoeder, die in een meer werd ondergedompeld, een soort inwijdingsritueel. In ruimere zin is Eldorado een variant van Utopia of het land van Cocagne geworden. Hoe ziet jouw Eldorado er uit? 


Mijn Eldorado is een land waarin we vreedzaam naast elkaar leven zowel met mensen, dieren, bomen en alle andere levende wezens. Er is geen macht en er is geen ego. Er is empathie en verbondenheid met elkaar. We kunnen spreken zonder woorden. Als mens hebben we een stapje terug gedaan en we zijn nederiger geworden ten aanzien van onze leefomgeving.


In Wisselplaats kies je het onbekende pad. Je roept op tot stilte (zwijgen), de mensen worden gemeden (over het hoofd gezien) en je knoopt een gesprek aan met een paard over de bomen. Vanwaar komt die wens om helemaal op te gaan in de natuur, ver van de stad? Waarom trekt dat onbekende pad je aan? 


Leuk dat je deze vraag stelt. Het gedicht ‘Wisselplaats’ is te vinden in de afdeling “Niet van deze wereld”.  Ik heb me vaak afgevraagd, ook als kind al, of de wereld voor mij een thuisplek is. Waar ben je thuis als mens? Is dat de plek waar je woont, de plek waarvan je droomt of waaraan je herinneringen hebt? Ik heb gemerkt dat ik me meer thuis voel in een omgeving waar ik me niet gebonden voel aan tijd of dingen die ik moet doen of die van mij verwacht worden. Eigenlijk zijn we een groot deel van ons leven bezig met werken om geld te verdienen om vervolgens onze hypotheek en onze boodschappen te kunnen betalen. Ik geloof niet dat je dat als mens verrijkt. Ik kom veel in Zweden en toen ik dat land voor de eerste keer bezocht, voelde dat als thuiskomen.  Dat heeft te maken met een gevoel van vrijheid , rust en ruimte, dusdanig dat je je afvraagt wat je eigenlijk nodig hebt om te kunnen leven. Maar ook met het idee dat de wereld daar op veel plaatsen nog zo is zoals ze begon. (ook in Noorwegen trouwens) Je voelt daar de nietigheid van de mens.

Ik wandel graag over oude paden zoals de Kungsleden en dan vraag ik me af wie er allemaal voor mij gelopen heeft. Van zo’n gedachte kan ik oprecht gelukkig worden. 


In Overkant buigen we ons over een verkeersslachtoffer. Een dode eend wordt opgeraapt en opgebaard en de woerd betreurt het verlies met een driedubbele schreeuw. Hoe ga je zelf om met rouw? Aangereden wild roept hevige verontwaardiging op bij dierenrechtenactivisten. Omdat dieren ook letterlijk onze wegen kruisen. Hoe sta je zelf tegenover (geschonden) dierenrechten? Wat is er nodig om dat te voorkomen? Over eenden gesproken. Oliver Luck schreef. Act like a duck. Be calm on the surface, but paddle like hell underneath. Is de rust een dekmantel voor de onrust? En is de natuur waarin wandelaars vaak rust zoeken een kuuroord voor het ‘menselijke verkeer’? 


In de huidige samenleving moeten de dieren zich aanpassen aan ons, de mens. Ik woon in een wijk die zich snel uitbreidt. Inmiddels lopen er met regelmaat hazen, konijnen en fazanten door de straten omdat ze door de bouwwerkzaamheden verjaagd worden uit hun natuurlijke habitat.

Ik ben geen activist en wil dat ook niet zijn omdat ik denk dat je met activisme het tegenovergestelde bereikt van wat je wilt bereiken.  Het woord activist of activisme heeft voor mij ook geen prettige klank. Ik heb wel een groot respect voor mensen die ergens voor staan en dat ook uitspreken. Het creëren van bewustwording is daarentegen iets dat ik graag zou willen bewerkstelligen ook al ben ik me ervan bewust dat dit een erg langzaam proces is. Daarbij komt dat er naar alle waarschijnlijkheid altijd verschillen in de belevingswereld van mensen zullen blijven bestaan. Ik kijk met verdriet naar een vrachtwagen vol jonge varkens op weg naar hun eindstation en een ander denkt aan de speklap bij het avondeten. Er is veel verschil in perceptie.


Dit kan ik toelichten aan de hand van een ander gedicht uit de bundel “Het huis van de goden’. Dit gedicht gaat over de walrus Freya die steeds dichterbij en tenslotte te dichtbij de bewoonde wereld kwam. Mensen vonden dat leuk, ze zochten haar op en maakten selfies met haar. Doordat het dier een soort circusattractie was geworden in de ogen van de Noorse overheid en dat gevaar op zou kunnen leveren voor mensen hebben ze haar doodgeschoten. Terwijl diezelfde mens toenadering tot het dier had gezocht en haar dus zo in gevaar had gebracht. In mijn ogen het ultieme verraad: de hand die toenadering zoekt, doodt het dier dat niet begrijpt wat het verkeerd heeft gedaan.

Wat er voor nodig is, is het dier te accepteren als een wezen dat, net als wij, ook gevoelens kent. Gevoelens van verdriet, pijn, vreugde of angst. Hier wordt gelukkig steeds meer onderzoek naar gedaan en er wordt steeds meer over bekend. Denk maar aan de voorjaarssprongen van blije koeien die weer naar buiten mogen, of koeien die echte tranen huilen als hun kalf wordt weggenomen of dieren die het slachthuis willen ontvluchten. Ieder wezen heeft de wil om te overleven. 


Tot slot. Welke vooruitzichten heb je nog voor 2024 en verder? 

Stel dat er een menukaart zou bestaan voor nieuwjaarswensen? 

Wat zou je bestellen? 


Vooruitzichten ten aanzien van 2024 heb ik nog niet echt. Ik ga op mijn werk een drukke tijd tegemoet. Ik werk op een accountantskantoor maar mijn hart ligt bij het schrijven. Éen van mijn wensen zou daarom zijn dat ik me volledig aan de poëzie zou kunnen wijden. Ik hoop dat ik nog meer bundels uit mag brengen in de toekomst. Heel voorzichtig ben ik al bezig met het ordenen van nieuw werk. 


Ten aanzien van de mens wens ik dat er meer verdraagzaamheid en empathie komt richting elkaar en de omgeving in alle hoedanigheden en vormen. Ten aanzien van dieren zou ik willen dat we ze niet meer als product zien of als plaagdieren of als overlastgevende dieren. 


Tot slot zou ik me meer thuis willen voelen in de wereld zoals die nu is. Dat zou kunnen betekenen dat ik me in de toekomst tijdelijk ga afzonderen in Zweden. Je kunt daar dagen reizen zonder dat je iemand tegenkomt, en je kunt de regen van ver horen aankomen. Ik heb daar het gevoel onbeduidend te zijn, een miniem schakeltje in het onvoorstelbare geheel. In Nederland kan ik die plekken niet meer vinden.


gedichten



interview: Wim Vandeleene



bottom of page