top of page
  • Foto van schrijverEdward Hoornaert

De wereld leren uitwissen

¿Que borrar primero:

la sombra o el cuerpo,

la palabra escrita ayer

o la palabra escrita hoy,

el día oscuro

o el día claro?


Hay que encontrar un orden.

El aprendizaje de borrar el mundo

nos ayudará luego a borrarnos.



(Roberto Juarroz, Poesía vertical, VIII, 72)




Wat eerst uit te wissen:

de schaduw of het lichaam,

het gisteren geschreven woord

of het vandaag geschreven woord,

de donkere dag

of de heldere dag?


Er moet een orde worden gevonden.

Het leren uitwissen van de wereld

zal ons later helpen onszelf uit te wissen.



(Vertaling: Edward Hoornaert)




Alles in de kosmos volgt een cyclus van opkomst en verval. Wij noch de wereld waarin we leven ontsnappen aan die wetmatigheid. Op regelmatige tijdstippen worden we aan onze vergankelijkheid herinnerd, moeten we leren loslaten en aanvaarden dat verandering en verlies onvermijdelijk zijn. Maar de wereld leren uitwissen? Dat lijkt toch nog van een iets andere orde.


Niet in poëzie, zo blijkt. Dit titelloze gedicht van de Argentijnse dichter en filosoof Roberto Juarroz werpt zich immers op als een poëtisch onderzoek dat opzoekt wat de ervaring van het dagelijks leven hardnekkig probeert te ontvluchten: dood, stilte en leegte. In een van zijn beschouwingen over poëtische creatie zegt Juarroz (Poesía y creación, 1991): "Niets is af: de werkelijkheid wordt geschapen. Poëzie bestaat hierin: meer werkelijkheid creëren, werkelijkheid toevoegen aan de werkelijkheid".


Juarroz blijft met andere woorden trouw aan wat poëzie in essentie hoort te zijn: een scheppingsdaad. Zelfs al betekent dit een oefening in vervreemding ten opzichte van de concrete werkelijkheid of, sterker nog, het wegvlakken van die werkelijkheid. De wereld uitwissen is met andere woorden noodzakelijk om onze eigen vergankelijkheid te begrijpen, om de naakte werkelijkheid te zien, bevrijd uit de greep der gewoonte die van alles een consistent geheel probeert te maken.

In het gedicht wordt geanticipeerd op een volkomen leegte. Het begrijpen van die leegte lijkt ons te moeten leren hoe we ons kunnen verzoenen met onze eigen leegte, hoe we onszelf kunnen uitwissen. Blijft de vraag hoe we dit moeten aanpakken, wat eerst moet worden uitgewist: ‘de schaduw of het lichaam, / het gisteren geschreven woord, / of het vandaag geschreven woord, / de donkere dag, / of de heldere dag?’ Het is moeilijk om in deze verzen geen verwijzing naar de grot van Plato te zien. Het gedicht van Juarroz leest – net als de allegorie van Plato – als een filosofisch leerpad, een proces van bewustwording en bevrijding. Een voorbereidende oefening op het hiernamaals, zo je wil.


Of we ons nu eerst losmaken van onze waarneming en onze percepties (‘de schaduw’) of ons bevrijden van de beperkingen en afleidingen van ons fysieke bestaan (‘het lichaam’), het uiteindelijke doel blijft onveranderd: het opheffen van tijd en ruimte, in de afwezigheid der dingen onszelf ‘vol-ledig’ zien. Veel woorden heeft Juarroz niet nodig om deze werkelijkheid te overdenken. Het uitwissen van de wereld staat immers niet ter discussie. Wel is ook het leegmaken van deze wereld een scheppingsproces dat gebaat is bij een ordentelijk verloop. Waaruit ook wij ons voordeel kunnen halen.




(Roberto Juarroz (1925-1995) was een Argentijnse dichter en filosoof. Hij is vooral bekend omwille van zijn reeks poëziebundels genaamd "Poesía Vertical" (Verticale poëzie). De reeks bestaat uit 15 delen die hij schreef over een tijdsspanne van bijna 40 jaar, van 1958 tot aan zijn dood. "Poesía Vertical" wordt beschouwd als een van de belangrijkste poëtische werken uit de Latijns-Amerikaanse literatuur van de 20e eeuw.)


bottom of page