alsof een stem uit de rotsen komt
we komen van zand, we gaan naar zand
de mantra roest tussen mijn oren
verlicht het pad
wie trekt me dagelijks over diezelfde drempel
waar ik niet aan wen, het touw losjes
maar oplettend in één hand
terwijl het klikken van mijn hoeven
de woestijnstilte in de vallei verbreekt?
nooit zie ik het gezicht van de stem
het touw dat mij te eten geeft
al van bij de geboorte was ik grijs als regenwolken
zandgeluiden maakten mijn gewrichten niet
ik draafde over de rode aarde, mijn ie-aa’s
waren vol leven, mijn staart vocht met vliegen
tussen mijn oren is de avond neergedaald
de stem komt nergens meer vandaan
wie tilt de spade hoog boven mijn hoofd
niet losjes noch oplettend, met een kalmte
alsof die weet wat ons beiden opwacht
voorbij de drempel
lees meer uit de reeks Gruis