als lenzen rond je lippen zoomen laat dan je tongspier rollen
wit zijn je woorden in gesneden brood hongerig de ogen die je volgen rood je vezels op een vel papier geen pen blijft droog achter hun oren
voed de gieren en de wolven spek hun maaltijd zonder zout spreek als een waterval voor hen die onder steenkool zijn bedolven
delf de feiten uit het slijk
wek de schapen uit hun wol