ze volgen met een hoofddraai de kleine vliegende koe het vlekkenspel dat als de lappendeken van een grote grazer ver voor hen uit, opstijgt, snel voorbij wiekt
hij leert hen wat opvalt in enkele woorden vast te leggen de ingeving van het moment, alsof je een bergeend naar beneden haalt met drie rake beelden: bont, het vliegt, kleiner dan een rund
hij laat hen lettergrepen tellen boven hun tureluurs gedraaide hoofden wanneer tuimelende grutto’s, tot drie maal toe, een vogelnaam verklappen nog voor blad negentien van de gids niet langer opwaait in de wind
ze kijken, luisteren geboeid tot zij de kooi vergeten
van hun klaslokaal, waarin gisteren
onhoorbaar een bedelroep
コメント