gespiegelde gedichten
In mijn onderwereld is het beter.
Je treft er alles aan wat koud is:
een zwarte stoel, een kist vol maanlicht,
geen lampen en hoogstens een nachtsteen.
Een trap om te ontsnappen naar de diepte
waar ik mijn onvindbare schatten bewaar,
want alles wat ik bezit is onzichtbaar
of smelt als je het aanraakt met je ogen.
Omwille van de weelde heb ik op een spiegel
wat druppels zuiver zilver gesprenkeld
als waren het tranen van lichtgrijs fluweel.
Bij wijze van gastvrijheid is het toegestaan
even mijn electrisch netvlies te strelen
tot je schokkend opsmeult tot een hoopje as.
Paul Snoek
De Griekse onderwereld was het schimmenrijk van Hades, bewaakt door Cerberus, een driekoppige hond. Voor een obool kon je de Styx overvaren. Aan de overkant beslisten de Rechters over je bestemming. De Elyzeese Velden of Tartaros. Niets daarvan in de onderwereld van Paul Snoek.
Neemt hij de keldertrap naar zijn schatkamer, zijn mausoleum? Het maanlicht wordt er koel bewaard. Ogen tasten de weelde af. De spiegel is verzilverd. Hoffelijk waarschuwt hij zijn gasten. Zijn netvlies staat onder hoogspanning.
Roer daagt de reizigers uit. Gun ons een glimp van je onderwereld en zend het gedicht naar roer.inzendingen@gmail.com. Maak kans op een rondvaart langs verzonken eilanden.
Comments