top of page
  • Foto van schrijverdichter

Philippe Cailliau


Philippe Cailliau werd op 18 juli 1954 geboren te Elisabethstad.


Hij bracht zijn jeugd door in Belgisch-Kongo en West-Duitsland. In 1972 kwam hij naar het Brusselse en hij is er sedertdien nooit meer weggegaan. Hij studeerde Nederlandse letterkunde en literatuurwetenschap aan de Vrije Universiteit Brussel en werd in 1976 licentiaat Germaanse filologie. Hij werkte lange tijd in het onderwijs. Voor literaire bladen schreef hij talloze recensies en essays over proza. In 2004 begon hij te kampen met verscheidene ernstige medische problemen, wat in 2006 resulteerde in een onvermijdelijk pensioen wegens ziekte. Hij is zich iedere dag maar al te bewust van zijn fysiek bestaan, dat ervaren wordt als een nu eens prettige en dan weer vooral moeizame en zenuwslopende opgave. Blijven leven, na zo veel ploeteren in een modderpoel, is wonderlijk, hoe dan ook.


In 1975 debuteerde hij als jonge knaap, aangetrokken door de toenmalige actieve poëziescene, met de dichtbundel De moordenaar en zijn vroedvrouw. Zijn poëzie was taal-experimenteel en hermetisch. Al vlug volgden De tocht naar Cloaca (1976), De leer van Etymon & Hoe meervoudig dit lieve lichaam(1980), Wedersamenstelling (1981) en Compagnie van de Internationale Amnestie (1982).


Toen werd het wat stil rond de dichter. Hij was in die jaren redacteur en/of medewerker aan literaire tijdschriften als Groot Vizier, Hagelslag, Kreatief en Randschrift en publiceerde voornamelijk literair-kritisch werk, zoals de Ontmoetingenmonografie Jef Geeraerts (1978), de schoolboeken Omtrent Een bruid in de morgen van Hugo Claus (1981), Hugo Claus. De Metsiers (1985) en lemma’s over Dirk De Witte en Dirk van Babylon in Kritisch Lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur (respectievelijk 1984 en 1989). De voorbije jaren verschenen wel heel wat gedichten in bloemlezingen en in literaire tijdschriften als Nieuw Vlaams Tijdschrift, De Vlaamse Gids, Kreatief, Impuls, Poëziekrant, Yang, De Tafelronde, Maatstaf, De Houten Gong, Deus ex Machina, De schaal van Digther, Schoon Schip, Kluger Hans, Neder-L, Portulaan, CDR Mededelingen, ART04, De Vallei, Heibel, Ballustrada, Verba, De Auteur, Weirdo's, Versindaba en Gierik & Nieuw Vlaams Tijdschrift .


Na 15 jaar verscheen er een dunne dichtbundel: Randstad living – Impressies van een slaapstad (1997) en 10 jaar later kwam Zwijgboek. In 2013 is er weer een bundel verschenen: Het boek nul, en is Cailliau met veel levensmoed nieuwe gedichten aan het brouwen. Men is duidelijk nooit te oud om opnieuw aan de gang te gaan.


Als dichter is Philippe Cailliau geen veelschrijver. Het boek nul is pas zijn achtste bundel – op 38 jaar. Wat hij publiceert is, zeker de jongste jaren, doordacht. Het taal-experimentele karakter van de bundels uit de jaren zeventig en tachtig heeft plaats geruimd voor een meer contemplatieve, maar even beeldrijke zegging. Taal blijft een instrument en een middel om het onzegbare te benaderen.


Die bedachtzaamheid waarmee Philippe Cailliau de voorbije decennia publiceert, symboliseert meteen een van de thema’s van zijn huidige poëzie: de onzekerheid van het individu. De huidige gedichten variëren in thematiek en ondernemen voortdurend een poging om de visie op de mens, het niet rimpelloze leven en de werkelijkheid (met een vraagteken) te verwoorden.


(Tekst: 2013, ter gelegenheid van de publicatie van Het boek nul, Kleinood & Grootzeer.)


- In september 2014 verscheen Philippe Cailliau zijn negende dichtbundel:

Niets verloren (opnieuw bij Uitgeverij Kleinood & Grootzeer).


-De tiende bundel verscheen op 24 september 2016: Tot de stenen wortel schieten (Uitgeverij Kleinood & Grootzeer). Deze bundel zou meteen de completering vormen van een 40-jarig dichterschap. Afronding; geen eindpunt, want op 7 maart 2020 werd bij dezelfde uitgever de elfde bundel, Omtrek van water, gepubliceerd.


 


gedichten:


bottom of page