Stap na stap schuift hij het water in.
Hij zwijgt, beweegt volgens de wetten
van de fysica.
Een mens, weet hij, wordt zonder heimwee
oud en komt tevoorschijn met geschubde
handen. Hij voelt dat grenzen dichter zijn
dan half zijn huid voorbij.
Waarom heeft water ieder uur een andere
kleur, een nieuwe geur, waarom verschuift
in elk gezicht een nieuwe rimpelkaart?
Hij wordt een oude vis. De wijze
zoekt, de wijze volgt de omtrek
om uiteen te vallen.