top of page
  • Foto van schrijverEdward Hoornaert

in bad gaan met eendjes

Alessandra Corbetta



Che giorno è saperlo dal numero di auto

in coda alla rotonda, dall’alternarsi verde-

arancione-rosso, dal parcheggio

mezzo pieno del bar

che ha il nome di una cifra.

E allora non sapere più né il giorno

né l’ora se la strada è vuota,

le porte chiuse come per sempre,

le insegne spente

da un tempo già senza memoria.

Tornare a fare il bagno con le paperelle,

riattaccarsi alla parte sospesa delle cose

per non dirsi di avere conosciuto il tradimento

l’abbandono vero, quello di distanze silenziose.



Weten welke dag het is door af te gaan op het aantal auto’s

dat staat aan te schuiven aan de rotonde, door de herhaaldelijke

opeenvolging van groen-oranje-rood, door de halfvolle parking

van de bar die een cijfer als naam heeft.

En dan niet meer weten welke dag

noch welk uur het is wanneer de straat leeg achterblijft,

de deuren dicht als was het voor altijd,

de reclameborden onverlicht

alsof het nooit anders is geweest.

Terug naar huis keren om in bad te gaan met eendjes,

je opnieuw hechten aan het opschorten van het leven

om tegen jezelf niet te moeten zeggen dat je verraad gekend hebt

echte verwaarlozing ook, die van stille afstanden.


Vertaling: Edward Hoornaert




Niets zo confronterend voor zij die eenzaam zijn als het geluid van een secondewijzer dat 3600 keer per uur op het trommelvlies aanklopt als voorbode en getuige van een leegte die zich steeds verder uitspant onder de schedelpan. Nu het virus golf na golf druk blijft zetten op onze levens, zijn de meest kwetsbaren nog meer op zichzelf aangewezen dan ze al waren. Voor hen is het terugplooien op zichzelf geen luxe, geen me-time of welgekomen periode van rust en herbronning, maar een werkelijkheid die hen steeds harder met het hoofd tegen de grond smakt.


Een mens is in de eerste plaats mens in relatie tot andere mensen. En tijd is idealiter een belofte die, naarmate ze verstrijkt, bewaarheid wordt. Of gaat gewoon als vanzelfsprekend voorbij zonder dat we er al te veel aandacht aan besteden, in elk geval niet meer dan nodig is om onze dagelijkse besognes ordentelijk te kunnen inplannen en afwerken. En het liefst van al verwaarlozen we ze, om dan plots weer met plezier vast te stellen hoe snel alles voorbijgegaan is. Teken van voldaanheid.


Wanneer onze dagelijkse gewoontes opgeschort worden en onze wekelijkse ontmoetingen on hold worden gezet, worden we ons op een andere manier bewust van het verloop van de tijd. In het gedicht van Alessandra Corbetta wordt het intuïtief, haast onbewust aanvoelen van het tijdsbestek waarbinnen de dagen open en toe gaan aan de hand van kleine observaties (de drukte van het verkeer, de ‘halfvolle parking’ van een bar) tegenover een tijd geplaatst die niet langer herkenbaar is in het straatbeeld, het vertrouwde dagtraject niet langer schraagt. De straat die ‘leeg achterblijft’, de deuren die dichtgaan ‘als was het voor altijd’ werpen de mens terug op zichzelf. Doen een tijdloos vacuüm ontstaan waarin zelfs geen onderscheid tussen vroeger en nu meer lijkt te bestaan (‘alsof het nooit anders is geweest’).


In dit vacuüm bestaat het risico dat iemand de voeling met wat zich daarbuiten afspeelt verliest en een drama zich stilzwijgend verder voltrekt. Voor anderen schuilt er een kans in om zich – zij het maar even – ‘opnieuw te hechten aan het opschorten van het leven’. Om alles even stil te laten vallen. How much better is silence; the coffee cup, the table. How much better to sit by myself like the solitary sea-bird that opens its wings on the stake. Let me sit here for ever with bare things, this coffee cup, this knife, this fork, things in themselves, myself being myself. Het is één van de vele poëtische passages in de roman ‘The Waves’ van Virginia Woolf. Dag na dag zijn we zodanig met onszelf en de tijd in de weer dat we onszelf over het hoofd dreigen te zien. Soms moet het leven even opgeschort. Moeten we in bad gaan met eendjes. De tijd even kopje onder duwen. Moeten we de eenzame zeevogel zijn die zijn vleugels op de paal opent. De afstand tot onszelf terug inhalen. Want misschien is dat wel het verraad, de ‘echte verwaarlozing’. Het niet langer samenvallen met onszelf.



(Alessandra Corbetta (1988, Erba) werkt als assistente aan de universiteit LIUC Carlo Cattaneo en is gespecialiseerd in consumentengedrag en -psychologie. In 2016, na de eerste editie van de literaire prijs Parole Magiche gewonnen te hebben, verscheen haar poëtische monografie 'L’amore non va via'. In november van datzelfde jaar werd ook haar eerste roman ('Oltre Enrico') gepubliceerd. Haar meest recente bundel 'Corpo della gioventù' dateert van 2019. Het werk van Alessandra Corbetta bewandelt de weg van het zelfbewustzijn en flirt met de grenzen van vervreemding. Ze zet daarbij vaak de werkelijkheid van elke dag op het spel.)

bottom of page