En op een dag verlies je je gezicht,
vult elke spiegel zich met vormloos ik.
Een traanzak zie je, hangvlees, haarverlies,
maar geen gezicht. -Je weet: er valt op straat
niet veel te vragen, ja de tijd, de weg.
Maar niemand die je ooit het licht uitlegt.
Hoe kwam je in die huid terecht? En is
het waar dat ieder na zijn veertigste
voor zijn gezicht verantwoordelijk is?
Vragen. Koudwatervrees. Straks ga ook jij
de weg van alle vlees. En wat dan nog?
Terwijl ik dit gedicht herschrijf beschijnt
de zon mijn hand. Het licht is als het licht.
Er woont een heerser achter mijn gezicht.
Menno Wigman
In deze reeks peilen we naar de smaak van onze reizigers.
Astrid Arns licht haar keuze toe.
Ik ben ondertussen 62 jaar en het thema ( ouder worden, verval) is herkenbaar. De leeftijd van mijn uiterlijk en innerlijk is heel verschillend. Dat confronteert en discrimineert me dagelijks.
Wigman beschrijft schitterend de onmacht die je voelt bij het oud worden maar tegelijkertijd relativeert hij het proces:( En wat dan nog? Het licht is als het licht) Ik bedacht dat kaarslicht een gezicht bijna rimpelloos kan maken. Knappe bedenking ook van Wigman: Is het waar dat ieder na zijn veertigste voor zijn gezicht verantwoordelijk is?
Ik hoop in ieder geval dat deze bewering niet klopt voor mij. Het is een gedicht dat blijft hangen. Je leest het, herleest het en iedere keer vind je er troost in. Verval is nu eenmaal onontkomelijk. Een klassiek opgebouwd gedicht. Als je het luidop leest klinkt het ritmisch en daar hou ik van.
Lees haar antwoord op Menno Wigman.
Comments