top of page
Foto van schrijverElise Vos

Eén vogel kan het antwoord zijn


Over Cascade van Astrid Arns Uitgeverij P, 2023

Voor het slapengaan lezen we vaak nog een paar gedichten. Onlangs plukte ik Cascade van Astrid Arns van het “A”-schap. (Thuis plaatsen we onze boeken netjes alfabetisch in de kast. Dat hoort zo als je met een verzamelaar samenwoont.) Die avond las ik niet een paar gedichten: ik las de bundel opnieuw helemaal uit. Het is er zo eentje die je niet kan wegleggen en waarbij je op het eind baalt dat hij al uit is. Wat Arns te vertellen had, hield me die nacht bezig en ik besloot wat ik in haar schrijven hoorde op te tekenen in dit bericht. Bewuste keuzes

Dit werk is opgebouwd uit 3 cycli: Gevangen onder lakens, Puzzel zonder stukjes, Eén vogel kan het antwoord zijn, die de centrale thema’s van ouder worden, ziekte en dood (adem)ruimte geven. Het is onmiddellijk duidelijk dat Arns haar verzen componeert met erg lijfelijke beelden. Ik wilde een reeks voorbeelden noteren, maar stelde uiteindelijk een omvangrijke lijst samen, waaruit ik moeilijk kon kiezen. Gezien ik nog wat verrassingen voor de lezer wil laten, geef ik hier een paar mooie voorbeelden: “overleven met een touw om de nek”, “ommuurd met gevouwen handen”, “drukt je oor tegen mijn borst alsof je luistert aan een deur” en “ze blaast door onze beenderen”.


We kunnen eenvoudig het pad van achtergelaten broodkruimels volgen: dingen breken, scheuren, snijden. Er wordt gekraakt, geslikt, verslikt en gekrompen. We zitten opgesloten in de kooi van ons lijf, maar rennen er een cyclus later uit weg. Niet alleen de lichamelijkheid is een terugkerend aspect. Zoals de titel suggereert vinden we veel watermetaforen in Cascade terug, waarvan de volgende voorbeelden een mooie greep zijn: “boorplatform op donkere zee”, “een steen in een trage rivier neerlaten”, “zeepok op een oude schuit”, “op een ijsschots drijven”, “rugwaarts stromende jaren”. Het idee van water met de handen proberen vangen komt een paar keer om de hoek kijken. Er is zelfs een gedicht (Mistig) over de menopauze.

Verder eisen de behoefte aan licht en lucht hun plek op. Zo vinden we een touw om de nek, reservelucht, wind, open ramen en gevangen adem terug. De dichter wil niet alleen zichzelf en dierbaren ademruimte geven, maar ook de voortschrijdende tijd, die niet tegen te houden is. Ze zoekt verzoening met vergankelijkheid en eindigheid. Eenvoud

Arns kiest bewust voor een strakke eenvoud van taal met sterke openingsregels, waardoor de vele opgeroepen beelden des te meer beklijven. De lezer wordt op het einde van het gedicht niet losgelaten, maar bij de keel gegrepen door een pakkend slot. De verzen verontrusten op een prettige manier; ze zijn in evenwicht. Uitdagende thema’s worden herkenbaar weergegeven zonder aan originaliteit in te boeten. Wat deze gedichten zo sterk maakt, is dat ze (auto)biografische elementen bevatten waarvan de dichter afstand heeft kunnen nemen om ze te laten sublimeren in kunst. Dit is geen dagboek of zomaar louterend therapeutisch schrijven; dit is het aanwenden van wat het leven je in het gezicht gooit, het oprapen en ombuigen tot iets moois. Alles blijft daarbij perfect in balans. Dit kan alleen door het nauwgezet kiezen en plaatsen van woorden.


Zoals ik het graag heb, merk ik continuïteit met haar voorgaand werk op. De zorgvuldige lezer kan dit onder andere in de regels “Ik vraag me af wanneer de uilen roepen, jij een deur vindt, weg zal zijn” in het gedicht Cascade vinden. Dit is een knipoog naar het gedicht Doorzichtig, waarin de dichter eindigt met “De lucht scheurde toen ik haar riep. Zij hoorde een uil in de verte”, waarmee ze in 2017 de derde prijs kreeg in de Poëziewedstrijd van Oostende.Arns gebruikt het stijlmiddel herhaling in haar poëzie zonder in herhaling te vallen.

Een kleine kanttekening

Laat ik eindigen met een niet-talig aspect. Deze bundel toont het belang van een goed coverbeeld aan. Het werk van Maarten Marchau dat voor dit boek gekozen werd, nodigt onmiddellijk uit om het boek ter hand te nemen. Ondanks de gebruikte technieken oogt het beeld klassiek en romantisch; het zuigt de lezer de bladzijden in. Het past bij de schrijfstijl van Arns, die we zouden kunnen catalogeren onder “klassiek”, in die zin dat het niet gaat om experimenteel werk, maar hedendaagse poëzie die thema’s als tijd en vergankelijkheid een plek geeft. Helder en toegankelijk. Een aanrader voor de lezer die wil kennismaken met directe poëzie en geen zin heeft in complexe kronkels. Jammer genoeg eindigt het boek al na 26 gedichten. Uitgever Leo Peeraer noemde ze op de bundelvoorstelling terecht stuk voor stuk pareltjes. Ik hoop in ieder geval dat Astrid Arns in de toekomst terug haar diepzee induikt, een paar oesters openwrikt en ons de parels komt tonen.





bottom of page