top of page
Foto van schrijverTruus Roeygens

de rozenplanter en de slotenmaker


Roer in gesprek met Truus Roeygens. Een piepklein interview. Over het recht op vrijheid, engtevrees, uitgeknipte herinneringen, madelievenliefde, de onderwereld van de taal en de nieuwe dingen.


Hoe blik je terug op het bewogen jaar 2020? Wat was het hoogtepunt en wat het dieptepunt op de 'curve'?

Wanneer ik terugblik, zie ik de verpletterende nederlaag van onze persoonlijkheid. We hielden op onafhankelijke sociale wezens te zijn. We speelden onze vrijheidsrechten kwijt. In de plaats kregen we de hulp van grafieken om onze hart- en longslagen te visualiseren. Zelf moest ik stoppen met zorgen. Stoppen met moeder en grootmoeder zijn. Ik moest mijn ouders aan hun zieke lot overlaten. Het uiterste punt waren de maskers. Het dragen ervan verergerde mijn engtevrees. Maskers vergrootten bij langdurig dragen onze flaporen. Gaven ons namaakspleetogen.

Het hoogtepunt duurt voort dankzij de natuur. Zij geeft ons de gelegenheid om haar als lief te nemen. In de lente wanneer de natuur verjongt. In de zomer met haar hagen met madelievenliefde en in de verte de brodenvelden. In de herfst op het lauwwarme tapijt van bladeren. De biddende winter.

Wat betekenen 'Rijpe velden van vrolijkheid'? Wat is de kernboodschap van jouw bundel?


'Rijpe velden van vrolijkheid' stelt ons en iedereen anders in staat om met een eigen instrument herinneringen uit het verleden te knippen, de pijn af te stropen en daarbij het aantal wonden zo gering mogelijk te houden.


In jouw bundel krijgen de dieren waaronder de apen, de heidelibellen en de meeuwen een grote rol. Wat betekenen ze voor jou?


Je vergeet de pinguïn, Wim! Ik kreeg de fascinatie voor de engelen van de natuur door van mijn vader. We keken in de jaren '70 en '80 samen naar elke aflevering van ‘Ja, natuurlijk’ en naar ‘Van pool tot evenaar’ met Nand Baert. Mijn zoon heb ik naar de quizmaster genoemd. Op onze wandelingen door Het Vossenhol (gehucht in Oost-Vlaanderen waar ik als kind opgroeide) telden we de lichtjes – volgens mijn vader schenen die uit de ogen van vossen.


Je schreef vaak over jouw jeugd en jouw ouders. Had dit een invloed op de herinneringen aan jouw vader en de relatie tot jouw moeder?


Als dochter heb ik van mijn vader gehouden. Als dichter heb ik hem willen vergeven.

Elke dichter heeft zo zijn eigen methode? De ene vertrouwt op de spontane opwelling, de ander heeft een systeem. Wat weegt er voor jou meer door in het proces. De muze of de ijver? De buik of het hoofd?


Ik volg mijn handen. Niet blindelings weliswaar. Daarbij is de muze ‘vioolspeler’, de ijver ‘visser’, de buik ‘rozenplanter’ en het hoofd ‘sleutelmaker’.

Wie of wat heeft jou naar de pen doen grijpen?

Mijn vurige liefde voor de Nederlandse taal. Mogen vertoeven in haar onderwereld, gevaar opzoeken in haar woorden, botsen op ongekende lagen …

Stel dat de zondvloed morgen komt en je moet in vijf minuten jouw koffer pakken om in de ark te stappen. Wat neem je mee en wat laat je in de kast?


Ik neem niets mee. Ik zal mij onderweg openstellen voor nieuwe dingen. Ik zal herbeginnen.

Wat verwacht je van 2021 en van de rest van deze eeuw? Wat wens je jezelf toe?


Mijn verwachting loopt niet gelijk met mijn wens. Ik wil hier absoluut vrolijk eindigen: Vasteland wordt over de hele wereld weer groener. Lucht is niet langer vijandelijk. Ouders geven kinderen hun groeitijd terug.

bottom of page