top of page
  • Foto van schrijverSteven Van Der Heyden

Verdraaid simpel

In gesprek met Sofie Verdoodt


Over troebele tijden, de achtergrond bij de opinie, het morele kompas en de troost van taal






Voor het internationaal poëzietrefmoment van 19 november te Roeselare  werd jou door stadsdichter Edward Hoornaert gevraagd om een antwoord te schrijven op het gedicht ‘ Niets dan de Waarheid’ van Albrecht Rodenbach.


Wat betekent waarheid voor jou in een tijd gekenmerkt door fake news en polarisering, waar alles opinie lijkt te zijn en dat ten koste van de feiten.


In mijn poëtisch werk streef ik niet per se naar 'waarheid'. Zelfs wanneer ik over waargebeurde zaken schrijf, hanteer ik de waarheid die het beste het belang van het gedicht dient. "Se non è vero, è ben trovato"? Belangrijker vind ik oprechtheid en authenticiteit.  Als docent in het hoger onderwijs probeer ik mijn studenten kritisch te laten kijken naar de bronnen die ze gebruiken en dat is beslist meer en meer een uitdaging in weinig transparante tijden. Ook nodig ik hen uit om bij opinies steevast de individuele achtergrond en dus de subjectieve waarheid van de schrijver in acht te nemen wat leidt tot meer inzicht.  Oog hebben voor die subjectieve uitvalsbasis leidt tot meer empathie en dat is ook nodig om je eigen positie te bepalen.


George Orwell stelde terecht dat wanneer de idee van waarheid zelf verdacht wordt, elke morele en politieke grond verdwijnt. Kan je je hierin in vinden? 


Wel, naast subjectieve waarheid is er ook nog zoiets als ons moreel kompas…Kijk maar naar de situatie in Gaza op dit moment. De complexiteit en subjectiviteit achter de verhalen van verschillende naties en volkeren is natuurlijk van tel, maar er valt niet op af te dingen dat genocide verkeerd is. Soms is de waarheid ook weleens verdraaid simpel.


Jouw gedicht kreeg als titel ‘ Letterlijk’, een knipoog naar al te grote, totalitaire waarheidsaanspraken?

Of eerder een verwijzing naar taal, hoe we op jonge leeftijd leren dat woorden aan een specifieke betekenis worden gekoppeld?


Wat we kunnen benoemen met taal is waar?


Nee, niet noodzakelijk waar dus. Nu onze zoon in het eerste leerjaar zit en leert lezen, probeer ik hem ervan bewust te maken dat taal hem een bepaalde macht verschaft. Hij beseft ook reeds dat taal een manier is om herinneringen te bewaren, naast foto en video, en dat volwassenen iets kunnen neerschrijven dat ze niet willen vergeten.  Er komt een dag waarop hij zijn eigen positie zal kiezen in de taal. Misschien komt er een moment waarop hij mijn gedichten té letterlijk neemt? Of misschien (zeer waarschijnlijk) ontstaat er wanneer hij begint te puberen frictie tussen ons die beslecht moet worden via de taal…de taal kan zich ook tegen ons keren. En tegelijk: wanneer ik er op een dag niet meer ben, hoop ik dat hij mijn gedichten nog leest en dat dat iets voor hem kan betekenen. Natuurlijk alludeer ik met het slot van mijn gedicht op de koppeling tussen taal en identiteit bij Rodenbach, maar tegelijk overstijgt dit elke vorm van nationalisme. Taal was een houvast, een thuis voor Rodenbach denk ik, en dat is herkenbaar. De troost van lezen en schrijven wens ik mijn zoon natuurlijk ook toe. 


Hoe relevant is het gedicht van Rodenbach voor jou? Was het een makkelijke klus om hier een antwoord aan te geven of toch een uitdaging?


Het slot van het gedicht van Rodenbach ontroerde me. We voelen de passie van een jonge auteur die via de taal ook tot zelfanalyse komt en die nog niet kan vermoeden hoe geconnoteerd en gerecupereerd zijn werk zal worden in de toekomst. Hij is amper 24 geworden, en zal dus altijd jong blijven, onvolgroeid in feite zonder oneerbiedig te willen zijn. Wanneer wij als dichters van nu aan de slag gaan met die materie, kunnen we geen grip meer krijgen op de figuur Rodenbach, noch helemaal begrijpen welke betekenissen hij aan zijn eigen werk heeft toegekend. De politieke gronden in zijn werk kunnen we alleen maar historiseren, meer dan dat voelt unfair, en toch wordt het werk soms “toegeëigend.  Dit lot staat dichters altijd te wachten indien hun teksten de tijd overleven; het is bovendien ook bij leven de premisse die je moet accepteren wanneer je je werk deelt met een publiek, zeker wanneer je het postmoderne dictum genegen bent dat de auteur sowieso al dood is. Met die elegische gedachte heb ik proberen te werken. 


We naderen het einde van het jaar, wat mogen we jou en je familie toewensen.

Heb je al ‘talige’ plannen voor 2024?


Ik hoop mijn recentste bundel Anker Kruis Hart langzaam van me af te kunnen schudden en wat te experimenteren, zoals ik gedaan heb afgelopen zomer met twee gedichten over ziekte voor DW&B, een thema dat zich sterker begint af te tekenen in mijn werk. Verder laat ik me geheel en al verrassen!



Interview : Steven Van Der Heyden


bottom of page