top of page
Foto van schrijverdichter

Luuk Gruwez


Luuk Gruwez (Kortrijk 9 augustus 1953), woont sinds 1976 in Hasselt (B), waar hij tot 1995 werkzaam was in het kunstonderwijs.


Hij brak voor het eerst door met de dichtbundel De feestelijke verliezer (1985). Daarop volgende bundels (Dikke mensen uit 1990 en Vuile manieren uit 1994) werden meermalen bekroond. In 1996 verscheen Bandeloze gedichten, een ruime bloemlezing van herziene gedichten uit de periode voor Vuile manieren.


In 1993 neemt Gruwez deel aan het Groot Dictee van de Nederlandse Taal in Den Haag en eindigt hij tweede, eerste in de categorie Bekende Vlamingen en Nederlanders.


Pas sinds 1992 publiceert Gruwez ook min of meer autobiografisch proza: Het bal van opa Bing (1994) wordt bekroond met de Geertjan Lubberhuizenprijs voor het beste prozadebuut.


Eind 1998 verschijnt in de prestigieuze reeks Privé-domein Het land van de wangen.


Hierna volgen een aantal dichtbundels: Dieven en geliefden (2000), Allemansgek (2004) en Lagerwal (2008), een poëziebundel die op algemeen gejuich wordt onthaald.


Gruwez wordt door het Vlaams Fonds voor de Letteren aangezocht voor het schrijven van het gedichtendagessay dat uiteindelijk op Gedichtendag 2009 het licht ziet onder de titel Pizza Peperkoek. Diezelfde dag wordt hij bekroond met de Herman de Coninck Publieksprijs voor het gedicht Moeders uit de bundel Lagerwal. In het voorjaar 2010 verscheen Garderobe, een keuze uit al zijn gedichten, eind 2011 het semi-autobiografische prozaboek Krombeke retour / Deerlijk retour; en in de lente van 2012 de dichtbundel Wijvenheide, waarmee hij genomineerd werd voor de VSB Poëzieprijs. In 2015 zagen de bundel De eindelozen het licht en een met Lagerwal uitgebreide versie van de anthologie Garderobe. Gruwez verzamelt zijn essays en brieven over poëzie en verwante zaken in Ik wil de hemel en ik wil de straat uit 2016.


Met onder meer zeven gedichten in het Groot Verzenboek van Jozef Deleu, acht in Komrij's Nederlandse poëzie van de 19de t/m de 21ste eeuw en zeven in De Nederlandse poëzie van de twintigste en eenentwintigste eeuw in 1000 en enige gedichten van Ilja Leonard Pfeijffer geldt Gruwez als een van de meest gebloemleesde dichters in het Nederlandse taalgebied.


Momenteel voltooit hij onder de werktitel Bakermat een nieuwe dichtbundel die in december van dit jaar bij De Arbeiderspers wordt gepubliceerd. En eind volgend jaar verschijnt in de gerenommeerde reeks Privé-domein van dezelfde uitgever een boek onder de titel Het land van de handen, een pendant van Het land van de wangen dat in 1998 het licht zag.

 

interview 'Weerbare weemoed'

gedicht: ruimtereis

bottom of page