Psalm
Dan zullen deze geluiden wind zijn,
als ze opstijgen uit hun plek, dan
zullen ze verwaaien, zijn ze wind.
We hebben geademd en onze adem was
als zuchten van bomen om een huis,
we hebben gepreveld en onze lippen
prevelden als een tuin in de regen,
we hebben gesproken en onze stemmen
dwaalden als vogels boven een dak.
Omdat wij onze naam wilden vinden.
Maar alleen de wind weet de plek
die wij waren, waar en wanneer.
Rutger Kopland
In deze reeks peilen we naar de smaak van onze reizigers
Ann Van Dessel licht haar voorkeur toe.
Dit gedicht van Rutger Kopland lees ik met mijn hart en mijn ziel. Niet met mijn hoofd. Ik kan het niet analyseren. Ik kan het alleen maar diep in- en uitademen. Het is herkenning. Het is weten. Dit gedicht brengt mij terug tot mijn ware proportie van kleine, grote mens. Het helpt mij om mijzelf te kaderen in een kosmos die mij omgeeft en om mij geeft, niet als theoretisch concept, maar als levende realiteit. Ik word er zielsgelukkig van.