Gelukkig weet de mot niet
dat we hem geen vlinder noemen
dat hij vergat mooi te zijn
was zijn misdaad en doodvonnis
tussen raam en rolluik vindt zijn harige lijfje beschutting tegen de regen ik laat het achtzaam toe hij waant zich veilig en ik beslis hem te sparen iemand moet zich het ongedierte aantrekken