top of page
Foto van schrijverBart Stouten

Beckett en Proust

een fragment uit een essay


Ook ik nam een taxi, en die dropte me vlak in de buurt van het café dat ik nooit oversla wanneer ik in Parijs ben, eenvoudig omdat er te veel literaire schimmen rondwaren die me dierbaar zijn: Georges Bataille, Guillaume Apollinaire, Jean-Paul Sartre, Pablo Picasso en Samuel Beckett natuurlijk. Zij waren vaste gasten in Café de Flore.

‘Zou het kunnen dat u mevrouw Barbara Bray bent?’ Haar blonde haardos. Haar blauwe ogen. Net Oriane, Prousts Duchesse de Guermantes. Ook voor mij kwam een soort erotisch genot samen met een uiterlijk snobisme. Ook ik had hemel en aarde verzet om mijn duchesse te ontmoeten.

Ik stond recht tegenover het tafeltje in Café de Flore waar een belangrijke vrouw uit het leven van Beckett zat (nog veel belangrijker dan ik toen vermoeden kon). Die heldere, doordringende blik van haar. Het zweempje van een glimlach. En mijn wat onbeholpen verlegenheid.

Ik was er zeker van. Dit was dus de vrouw, nu diep in de zestig, die Beckett als script editor van de hoorspeldienst van de BBC had leren kennen. Barbara Bray, een mooie bemiddelaar tussen anglofone en francofone literatuur, want ze had uit het Frans Jean Genet, Marguerite Duras, Jean Anouilh, Alain Robbe-Grillet en Jean-Paul Sartre vertaald. Ze was bevriend met de kruin van Franse intellectuelen uit Becketts directe omgeving. Wat een dame, indrukwekkend in haar beheerste rust!

Ze stak een hand uit om me te groeten. ‘Zo te merken aan de beschrijving die u van zichzelf gegeven hebt, moet u Bart Stouten zijn. Zal ik een koffie bestellen voor u?’

Ik knikte, al vond ik dat het aan mij was om haar te bedanken voor het wachten. Ik was bijna een kwartier te laat op onze afspraak. Geen mogelijkheid om de koffie in een wijntje te veranderen.

Ik ging zitten. Niets, maar dan ook niets in de woorden van deze dame met haar aristocratische voorkomen verraadde dat ze de maîtresse was van Samuel Beckett. Van collega’s bij de BBC had ik vernomen dat ze een ‘belangrijke vrouw’ was in zijn leven, maar in mijn naïviteit had ik daarvan een intellectuele vriendin gemaakt. Achteraf beschouwd had ik op dat moment innige deelneming moeten zeggen, want Beckett was enkele maanden voordien overleden. De naam Barbara Bray kwam nog niet voor in de – fel door Barbara bekritiseerde – Beckett-biografie van de Amerikaanse Deirdre Bair, die ik vlak voordien aan de telefoon had uitgevraagd over Becketts rol in de Franse Résistance.


bottom of page