Het laatste is dat huis waarin je doodgaat
tussen overschotten van tijd en wonen
want wat bracht het leven mee waarvan
je moet geloven wij zijn hier geweest.
Zoals de piano daar die in het lied
van de mensen staat of de stoel die je
met rust laat als je gaat naar waar je niet weet.
Voor dit gedicht zeg je zullen ze de kamers
leeg maken voor wat er vaststaat na ons twee
met eerst de woorden die men ruimt in de zin
van een verloren keer en daarna tastbaarder
met de handen die men pikt uit nacht en muziek.
Misschien dat men het vlies over de melk zal sparen
of iets anders dat men licht vergeet.