Op zoek naar het geringste spoor
van wat ooit geluidloos was.
Op zoek naar een oponthoud
dat misschien ooit zal bestaan
bij de minste aarzeling.
Terwijl het geduld tegen
muren en vensters opvliegt.
Terugkaatst in de echokamer
van mijn ziel.
In nachten zonder uitzicht.
O God geef mij de stilte terug
zodat ik haar kan omarmen.
Erin verzinken, verdrinken, verdwijnen,
langzaam wegsijpelen
als een druppel bloed
in een eindeloze, gedachteloze rivier.