top of page
Foto van schrijverRoer

Samen oploskoffie drinken

In gesprek met Kenneth Swaenen


Over de zandloper, kanten gordijnen en de vragen die de lezer uitnodigen.


Je won de De Zeef poëzieprijs en je debuut Witte Dwergen ligt in de etalage van de betere boekhandel. Hoe kwam je tot die titel? Wat is de rode draad doorheen de bundel? Wat zijn de belangrijkste motieven in je werk?


Ik ben vast niet de enige dichter die tijdens het schrijven op Wikipedia beland. In mijn zoektocht naar originele metaforen, raak ik wel vaker verstrikt in verklaringen van allerlei fysische processen: hoe metalen reageren in extreme omstandigheden, bijvoorbeeld. Zo was ik ook op een uitleg gebotst over waarom witte dwergen niet instorten, maar uitdoven. Die passage vond ik zo poëtisch en ook aansluiten bij mijn eigen poëtica, dat ik het meteen tot titel van mijn manuscript heb gebombardeerd. De wereld en onze taal zitten vol geweld en zonder dat je het beseft, internaliseer je dat geweld ook. Witte dwergen symboliseren voor mij een stil verzet, jezelf toelaten om daar niet in mee te gaan. Stilte en chaos. Een paradox die ook heel eigen is aan poëzie. Als er één rode draad is in mijn bundel, is het wel de poëzie. In feite omvat Witte dwergen een wandeling, waarbij de lezer enerzijds passeert langs vier elementen (aarde, water, vuur en lucht), bouwstenen voor de ruimte waarin poëzie kan bestaan, anderzijds volgt de lezer een traject van concreet naar abstract. Loslaten is dus zeker ook een thema in de bundel. Je moet zeker geen wetenschapper zijn om de bundel te lezen. Ik heb zelf totaal geen aanleg voor wetenschappen, maar ik ben wel altijd gefascineerd geweest door de wereld waarin ik leef. Onvatbaar eigenlijk; loslaten is dan aangewezen.


Op je website noem je jezelf een ‘zandman’. Volgens het sprookje een kabouter die zand in de ogen van de kinderen strooit zodat ze beter zouden slapen. In die zin?


Ik heb nooit geweten dat het zandmannetje een kabouter was. Ik weet niet waarom, maar voor mij is dat altijd een spookachtige figuur geweest. Fijn om mijn fundamenten nog eens te voelen trillen. Dat is een beetje hetzelfde als wanneer je voor de eerste keer te horen krijgt dat rozijnen druiven zijn. Dat terzijde. Mijn hele website draait om zand. Dat heeft te maken met weer maar eens een poëticaal beeld: de zandloper. Voor mij is een zandloper (voorlopig) de mooiste metafoor voor het schrijven van poëzie. Glas wordt o.a. van zand gemaakt. Als de zandloper de dichter is, dan is zand het gedicht, maar eigenlijk zijn ze hetzelfde. Als je een zandloper wil starten, moet je de wereld op zijn kop zetten, die bekijken vanuit een ander perspectief. Vervolgens loopt het vanzelf. Alle inspiratie moet zich vervolgens door een kleine opening wringen om uiteindelijk tot een gedicht te verworden. En dan begint het weer van voor af aan. Ik ben zand. Ik ben zandloper. Ik ben zandman. De eerste cyclus van de bundel heet dan ook Zandloper en eindigt met een gelijknamig, poëticaal gedicht. Dat geldt eveneens voor de andere cycli Gletsjertong, Verkoling en Atmosfeer.


We belichten drie gedichten uit jouw werk.


In het gedicht ‘methode’ noem je manieren om mollen te bestrijden, van klemmen tot het ingraven van een plastic fles. Manieren van martelen zou je het ook wel kunnen noemen. Aan het slot blijk ‘jij’ (of liever de ‘ik’ figuur) de mol, de gevoelige graver. Wat heb jij met de mol gemeen en waarom wil je graven?


Ik heb nog wel herinneringen aan vroeger waarbij mijn vader, grootvader of grootnonkel met een riek in de tuin stond om een mol te vangen. Het beeld van dat diertje dat dan doorboord wordt door ijzer en vervolgens blootgesteld aan het felle daglicht, vind ik een sterk voorbeeld van nodeloos geweld. Ik ben zelf inderdaad een gevoelig iemand en krijg dan wel eens de reactie dat ik wat harder zou moeten worden. Dat hoor ik niet graag. Ik denk dat mijn manier van in de wereld te staan best oké is en me ook heel wat moois oplevert.


Kom je zelf ook op voor de dierenrechten of duikt dit onderwerp louter toevallig op?


Ik zou mezelf niet snel een dierenactivist noemen, maar ik denk er wel over na. Ik heb het bijvoorbeeld niet zo voor spinnen, maar ik krijg het niet meer over mijn hart om ze te doden. Laat ze maar zitten en laat die mollen maar graven. Ze zijn ervoor gemaakt, zoals ik geloof gemaakt te zijn om te schrijven. Ik eet wel nagenoeg uitsluitend vegetarisch, maar dat heeft meer met de industrie erachter te maken, dan dat ik van dieren hou.


In het gedicht ‘oploskoffie’ druk je de wens uit om een kanten gordijn te worden. Je noemt de eigenschappen: dat het iets verhult en beschermt vooral. Aan het einde wordt de ‘wij’ vereenzelvigd met twee piloten die strepen onder elkaar trekken. Is intimiteit iets dat beschermd moet worden? Liever geen pottenkijkers?


Ik denk dat intimiteit zeker beschermd moet worden, maar vaak overzien wordt. In het huis van mijn grootouders ligt het vol van die kanten kleedjes. Ik heb me als kind nooit afgevraagd waarvoor ze dienden. Voor mij was dat louter decoratie en op het meest oppervlakkige niveau is dat wellicht zo. Op datzelfde niveau zien we intimiteit als een kus of een knuffel, maar het kan zich op zoveel andere manieren voordoen, zoals samen oploskoffie drinken. Het gedicht komt uit de laatste cyclus Atmosfeer waar de dood en verdwijnen centraal staan. Ik wil die intimiteit koesteren, zolang die er nog is. Affectie tonen is niet meteen iets dat ik van thuis uit heb meegekregen. Ik kan me zelfs schamen als ik op de bus plaats maak voor een oudere persoon, wellicht omdat het zo openlijk gebeurt.


Een bericht voor de Noordzee met veel vragen en mysterie in het gedicht Steelpan. De dromen spoelen aan en de kapers naderen. Of de zee liever leeggeschept wordt of door de grond zakt? Verder is er nog de centrale vraag. Van wie ben jij als je op je sterfbed ligt? Zijn dit de grote vragen die je zelf ook bezig houden? Hoe ga je zelf om met de ‘grote vragen’?


Ik stel veel vragen in mijn gedichten. Elk openingsgedicht in Witte dwergen eindigt in feite met een vraag. Ik had vroeger wel vaker de neiging om in mijn poëzie een zeker inzicht te willen verkondigen. Je schuift jezelf dan naar voren als een verlicht iemand, terwijl sommige lezers je misschien net heel naïef vinden. Je neemt hen op die manier ook iets af. Door vragen te stellen nodig je de lezer uit om tot een eigen conclusie te komen. Steelpan gaat over de zee die enorm graag gezien wordt als er wat te rapen valt: een mooi zicht, een lekkere vis, een uitweg. Maar zien we haar nog graag als ze ons overspoelt of vergiftigt?


We schotelen je drie citaten voor waarop jij spontaan mag antwoorden.


Be yourself; everyone else is already taken.

― Oscar Wilde


Als je jezelf dat kan aanleren, kan je zoveel meer, maar evident is het niet. Het heeft me als dichter wel het zelfvertrouwen gegeven om door te zetten. Je beste eigenschap is immers je eigen stem.


“The two most common elements in the world are hydrogen and stupidity.”

― Arthur Miller


Dat citaat is zowel grappig, als cynisch en triest. Ik merk ook wel dat naarmate ik ouder word, ik de wereld steeds minder kan vergeven, maar het is zonde om het niet te blijven proberen. Ik hoop later hetzelfde te kunnen zeggen, met in plaats van stupidity, poetry.


“War is what happens when language fails.”

― Margaret Atwood


Ik denk dat er dan vooral gedoeld wordt op de communicatieve eigenschap van taal. Daar houd ik ook rekening mee tijdens het schrijven. In de juiste context kan wartaal zeker iets zeggen, maar ik zoek zelf veeleer de balans op tussen esthetiek enerzijds en toegankelijkheid anderzijds. Dat blijft een grote uitdaging. Dat je geweld kan vermijden door goede communicatie, lijkt me wel te kloppen, maar er wordt veel ruis gecreëerd voor eigenbelang.


Wat ligt er nog voor de boeg in 2021?


Ik probeer vooral te genieten van wat mijn debuut nog voortbrengt, maar ik ben nooit gestopt met schrijven. Dat zet je niet zomaar af. Ik ben alweer low-key aan het nadenken over een nieuwe bundel al is dat nooit een doel op zich. In de herfstvakantie zonder ik me even af om nog eens goed door te schrijven. Zelfs ik ben dikwijls nog verrast met wat er dan allemaal uitkomt.


Lees de gedichten:





interview: Wim Vandeleene


Comments


bottom of page