top of page
  • Foto van schrijverPhilip Hoorne

relatietherapie

het spel begint met gebogen naalden

hersenen peuteren langs neusgaten

en ingewanden verwijderen

terzijde


daarna tanden met goud beschilderen

uitgerekte bleke lijven besmeren

met pek, olie en kruiden

vierentwintig uren marineren


ten slotte onze mummies

onder de wijnpers leggen

de laatste zonnetalen uitwringen

fosforescerende sappen drinken

alsof ons leven ervan afhangt, farao’s

gebalsemd in gebarsten sarcofagen


eindelijk gelijken

wij op jou en mij




Uit de bundel Cassandra Stuiterbal van Marc Lonneville, die in 2021 werd uitgegeven door Uitgeverij De Zeef, kies ik het gedicht ‘relatietherapie’.


Relatietherapie wordt vergeleken met mummificeren. Een mummie is een lijk waarvan het ontbindingsproces door conserverende bewerkingen of natuurlijke omstandigheden stopt. Ergo, relatietherapie is weinig zinvol. Het is redden wat er nog te redden valt nadat het verval is ingetreden.

Vooraleer ik inga op de beschrijving van het mummificeringsproces spring ik naar de slotverzen: ‘eindelijk gelijken / wij op jou en mij’. Zes eenvoudige woorden die mij in de ban houden. Ik lees ze opnieuw en opnieuw. Ik weet wat de dichter bedoelt en toch moet ik dit even laten bezinken.


Twee mummies, zoals mummies doen geheel gelijkend op elkaar, maar voor de mummificatie nog twee perfect van elkaar te onderscheiden personen. En die ene mummie zegt tegen de andere: ‘eindelijk gelijken wij op jou en mij’. Na al die jaren samen, waarin we van elkaar verschilden, gelijken wij op elkaar. In de dood komen we dichter tot elkaar dan ooit tevoren.


De weerhaak zit hier natuurlijk in ‘wij op jou en mij’. Eigenlijk staat er ‘eindelijk gelijken jij en ik op onszelf’, wat redelijk sympathiek klinkt, maar dan omgekeerd verwoord, wat dan weer bizar klinkt. Hier wordt een spel gespeeld met eenheid en twee-eenheid’.


Is dit een verhaal met een happy end? Of is het tragisch? Cynisch? Is de relatietherapeut in zijn opdracht geslaagd? Heeft hij twee mensen dichter bij elkaar gebracht zodat ze verder kunnen? Ja? Neen?


Steekt de dichter hier de draak met relatietherapie? Stelt hij dat het niet de therapeut is die het werk doet, maar de patiënten? Zij moeten immers toegevingen doen, zichzelf aanpassen en verloochenen, de schijn ophouden. Kun of wil je veranderen omwille van de ander? En zo ja, in welke mate ben je dan nog je echte zelf?


Wordt hier niet de achterliggende vraag gesteld: de stekker eruit en apart verdergaan, vrank en vrij, of samenblijven in het in de praktijkkamer van de therapeut in elkaar geflanste keurslijf, de linnen doeken van de mummie? Het is een thema dat altijd al actueel is geweest en dat altijd zal blijven.


Even terug naar het mummificeringsproces. Het is een spel, staat er. Maar ‘spel’ kan ook begrepen worden als ‘gedoe’, een betekenis die het woord in delen van Vlaanderen heeft. ‘Terzijde’ staat daar een beetje raar als een eenregelig vers. Het woord verwijst mogelijk naar het feit dat in het oude Egypte bij het mummificeren de inwendige organen werden verwijderd via een snee in de zij.


Marc Lonneville behoedt zich ervoor het mummificeren te beschrijven zoals het in werkelijkheid gebeurde. Hij freewheelt en dat is prima. ‘Zonnetalen’ is geen neologisme. Misschien had de dichter de expliciete vermelding van het woord ‘mummies’ kunnen achterwege laten. Het is zo ook wel duidelijk waar het gedicht over gaat, temeer ook de woorden ‘farao’s’ en ‘sarcofagen’ richtinggevend zijn.


Ik houd van dit gedicht. Het is eenvoudig en helder. Het heeft geen kapsones. De verwoording is fraai. De titel en het gedicht vullen elkaar aan. Het onderwerp wordt op een originele manier aangepakt. Gewoon goed gedaan. Meer moet dat niet zijn.


bottom of page