38° 25’ NB, 20° 40’ 0L
na vijfentwintig jaar stond jij opnieuw voor mijn deur je kwam binnen ging zitten vertelde en hield niet op boven onze tafel hing het skelet van een t-rex hoe vaak heb ik zijn botten niet geteld vierenzeventig heen en vierenzeventig terug op een dag hing je voor de tv . stilte . eindelijk dacht ik zelfs de t-rex boven de tafel ontspande zich maar jij zapte van oorlog naar oorlog en bij elke natuurdocu zei je dat heb ik ook gezien maar dan met meer tanden meer klauwen meer gif meer vuur
ik hou van je odysseus echt waar maar dit leven na de oorlog is te klein voor jou ik ben te klein voor jou er zijn vrouwen die iemand in dienst nemen om een nieuw paar schoenen in te lopen soms wou ik dat iemand mijn huwelijk had ingelopen in de schaal waarin ik ’s avonds mijn ringen en juwelen leg leg jij het oog van een cycloop ’s nachts begluurt het mij vanonder mijn eigen valse wimpers en overdag rolt het over het aanrecht, duikt in mijn inktvissensoep verstopt zich onder het wier en ja ook ik heb fouten gemaakt maar wat wil je ik was een mooie jonge vrouw en het gerucht deed de ronde dat jij als een verstokte kettingversierder de ene relatie aan de andere naaide maar waar ik vreemd ging schreef jij geschiedenis toen ik op het strand ging wandelen bood een man mij een dickpic aan de volgende dag stond in de krant vrouw van odysseus provoceert met dickpics
op het strand zoiets zou jou nooit overkomen wat maakt het uit penelope zei jij tegen mij mensen willen dromen je vond jezelf geen leugenaar maar een dienaar geen held maar een martelaar wanneer het stormde was het de wraak van poseidon en wanneer je bronstig rondliep kwam het door de roep van sirenen weet je wat ik soms denk odysseus dat jij nooit bent weggeweest dat je jarenlang in de achtertuin van kalypso hebt gebivakkeerd - kalypso mijn god jij zei dat het aan haar lag dat zij je niet liet gaan dat was het toppunt jij hebt troje verslaan en alle wereldzeeën overwonnen maar je was weerloos tegenover die ene vrouw die jou niet liet gaan sinds jij terugkwam als een winnaar heb ik alles verloren mijn man is mijn man niet meer en mijn land is mijn land niet meer maar vooral dit huis is mij vreemd geworden jouw mist van leugens hangt in elke kamer
de graten van het parket krijgen ’s nachts schubben en vinnen de cycloop spant samen met de wingerd, hij kruipt over mijn schouders en tast naar mijn cleavage ik ben vrij maar gevangen thuis maar in gevaar want jij hebt je demonen niet verslaan nee integendeel je hebt alle demonen uit de hele wereld hierheen geloodst ze broeden hun plannen uit op de vensterbank tussen de cactussen en de vrouwentongen zo meteen vatten de gordijnen vuur en de t-rex boven de tafel bereidt zich voor op een coup hij strekt zijn rug nu wat een présence wat een eigendunk weldra dropt hij hier op klaarlichte dag in het midden van mijn slaatje met krab vermomd als een ei
een bom
