top of page
  • Foto van schrijverWim Vandeleene

Kleine moeite, groot gebaar

Afval is materiaal zonder identiteit


een oudere dame met rollator

prefereert achternaamloos

door het leven te gaan

vraagt mij om een pakje instant soep

van de hoogste plank

kleine moeite


de chocola ligt op hoofdhoogte

ik mag van mezelf nog één stukje

wil ook nog iets

bereikt hebben

du moment

dat we op papier verschijnen


overleden aan een eenzijdig ongeluk

verstrooid (bn., bw.), d.w.z.

verspreid neergeworpen, met de bijgedachte

aan een zekere achteloosheid

tot vijfendertig zeer efficiënte minicyclonen

microscopisch kleine stofdeeltjes verwijderen







Door de dubbele bodem zakken, naar een dubbele hemel reiken. Lagen van betekenis krijg je nooit kant en klaar voorgeschoteld. Daarvoor bestaat ander leesvoer. Reclamefolders bijvoorbeeld. Die gooi je weg voor je ze verbruikt hebt. Een gedicht wordt in het beste geval bewaard in de boekenkast. Bij het woord ‘afval’ denk je misschien in de eerste plaats aan rondzwervend blik, petflessen, schroefdoppen, batterijzuur en verder alles wat je in een containerpark aantreft.


In ruimere zin is het de klassieke metafoor voor wat en wie wordt weggezet. Neem nu een oudere dame met een rollator. Kortom, iemand die haar naam en gezicht verloor maar voorlopig nog naar de winkel kan. Annet Zaagsma schotelt ons een ontmoeting voor met een 'paria'. Helaas. Maatschappelijk gezien kan je er moeilijk omheen. Helaas gaan de grijsaards vaak op in het behang. En in een latere fase, als ze kromgebogen voortsloffen, kijken we er al snel overheen. Als ze geluk heeft zullen de kinderen haar wekelijks bezoeken, tot haar laatste verblijf, in zorgcentrum Avondrood.


In dit gedicht vraagt de dame om iets van het hoogste schap te nemen. Het kleine gebaar. Gewoon even de arm uitstrekken en de hulp is verleend. Moeiteloos maar voor de ander maakt het een verschil tussen het hogere schap en het lagere. Tussen het hogere en het lagere. Tussen instant soep en geen instant soep. Een goede daad en de hemel is verdiend.


In de tweede strofe ligt een ander product voor het grijpen. Aan cacao valt niet te weerstaan, zeker als je er suiker aan toevoegt. Nu is de ik-figuur aan de beurt. Ze gunt zichzelf nog één stuk. Wordt er bezuinigd op chocolade hier? Volgt ze een dieet? Ze reikt naar het schap en wil iets bereikt hebben wanneer we op papier verschijnen. Wanneer het rouwbericht verschijnt? Met een foto van de overledene, de berouwde, de terzielegegane, bijvoorbeeld vergezeld van het beroemde uitvaartgedicht van WH Auden Stop alle the clocks, stop alle the dogs from barking with a juicy bone ….. ? Of bedoelt ze haar woorden zelf die nog zullen verschijnen op papier? In dit deel rijst een vraag bij de eerste lezing. Je hapert even aan het eenzijdige ongeluk. Wat wordt hier bedoeld?


Als je de vraag meeneemt, klaart het later wel weer op. Aan het slot, waar het afval terugkeert. Het einde van de keten. Een mens begint met twee cellen, het product met grondstoffen. Het restafval reist naar de oven of het zwerft rond. Het wordt verbrand of het ontbindt. Hoe het altijd eindigt, met as of stof, iets dat licht en zonder gezicht opgaat in de atmosfeer.










bottom of page