ze zijn er alleen
omdat ik weet dat zij er waren
de reus met het kind op de schouders
bij wijze van proef
trok hij land van dwergen binnen
zette hij alles op het spel
hij ratelde als melaatse
schilfers stof waaiden rond
met de oren van een dier
ving hij lage tonen op
het doffe naloeien
waar je bang voor wordt
het kind op zijn schouders schreeuwde
wees naar voortekens die verschenen
vochtplekken onder armen
verzadigde kleuren
wantsen vlooien en kakkerlakken
die beten en striemden
ik wil mij aan het verhaal houden
veel te lang onbeschut
beschenen door ijswit kabouterlicht
verkleurde de reus vervaagde en loste op
het kind dat achterbleef is ik