top of page
  • Foto van schrijverRoer

De stem van Adriaen

In gesprek met Bart Stouten


Over de symbiose van woord en muziek






In De stem van Adriaen keer je terug naar het oude Rumbeke, de bakermat van het graafschap Vlaanderen. Wat betekent die plek voor u?


Je hebt nog geen idéé hoeveel die plek voor mij betekent. Mijn grootmoeder, moet je weten, was geboren en getogen in Roeselare. Ze stond nog net met 'één teen' in de 19e eeuw, want ze werd daar in 1899 geboren. Op een bepaald moment ben ik een beetje verliefd op haar geworden, zo lijkt het wel, toen mijn eigen persoonlijke god en grote boegbeeld Marcel Proust in mijn leven kwam, vlak na het ongeval waarin ik mijn ouders verloor. Oma had die tijd van Proust nog gekend, ze kon zo mooi vertellen over het leven in een vooroorlogs landschap. Ik herinner me dat ik haar ergens begin jaren tachtig in mijn auto door haar geboorteplek reed. Het was een onbeschrijfelijke ervaring, voor ons beiden. Veel was veranderd in Roeselare, maar oma kon toch de huizen uit haar kindertijd weervinden. Ze noemde en beschreef personages waarmee ik een hele roman zou kunnen vullen. Ik leek samen met haar in een verdwenen universum te belanden, als was onze auto een soort teletijdscapsule. Surrealistisch!


Je kruipt in de huid van Adriaen Willaert, een bekende componist, één van de luisterrijke fiamminghi. Kan je even in het kort (voor de toekomstige lezers) een persoonlijk portret van hem schetsen?

Ik geef toe dat het heel prikkelend voor mij was en is om Roeselare, de stad van mijn grootmoeder, meteen ook als de geboortestad van Adriaan Willaert te ervaren. Misschien net daardoor voel ik zo'n persoonlijke band met hem. Adriaan Willaert was dé Vlaamse componist uit de 16e eeuw -- eigenlijk kan ik het adjectief 'Vlaams' wel weglaten, want hij was echt 'top of the bill' in de internationale muziekwereld, het meest gegeerd van alle fiamingghi. Zijn benoeming tot kapelmeester van de San Marco in Venetië, een topfunctie vergelijkbaar met die van intendant van de New Yorkse Met of zo, had een immense betekenis voor de muziek van zijn dagen. Die functie had een niet te versmaden impact op zijn eigen carrière, maar zeker ook op het grotere muzikale landschap van die tijd. Je moet weten dat de basiliek van San Marco al bekend stond om de muzikale tradities van zijn pioniers. Als kapelmeester veroverde Willaert dus een prestigieuze positie die zijn status als componist naar de hoogste versnelling bracht; het was een felgegeerde erkenning van zijn talent en professionaliteit. Hij kon nu werken met de beste koorleden in Europa, met een ensemble van zangers en instrumentalisten waarmee hij nieuwe muzikale ideeën tot ontwikkeling probeerde te brengen. Je kan zeggen dat hij aan de wieg van een hele zogenaamde nieuwe 'Venetiaanse' school van componisten. Je hoort het nog in zijn muziek: hij liet meerdere onafhankelijke melodieën tegelijkertijd klinken. Dat alleen al was adembenemend, nog los van het origineel gebruik van de ruimte, waartoe de San Marco uiteraard haast 'uitnodigde'. Hij introduceerde vernieuwingen zoals het gebruik van dubbelkoren, waarbij koren in vragen en antwoorden op elkaar reageren, en hij ontwikkelde technieken zoals het imiterende contrapunt. Al deze innovaties hadden een blijvende invloed op de muziekgeschiedenis. In mijn causerie 'word' ik Willaert om vooruit te blikken naar de toekomst van 'mijn' muziek. Ik probeer te laten voelen hoe de uitdagingen waarvoor Willaert stond zijn unieke persoonlijkheid hebben 'gemaakt'.


Adriaen Willaert was ook één van de herauten van de meerstemmige muziek. Waar situeer je die muziek in de geschiedenis? Wat was de tijdgeest toen?

De tijdgeest van de zestiende eeuw was alleszins zeer bevorderlijk voor de ontwikkeling en populariteit van polyfonie. Polyfonie houdt per definitie haast in dat meerdere onafhankelijke stemmen tegelijkertijd klinken en harmonisch met elkaar worden verweven. De renaissance, de periode waarin Willaert actief was, werd gekenmerkt door een hernieuwde interesse in de klassieke oudheid, de menselijke rede en het streven naar kennis en schoonheid. Deze culturele en intellectuele veranderingen hadden uiteraard invloed op alle aspecten van het leven, inclusief de muziek. Polyfonie werd voornamelijk beoefend in de kerkmuziek, met name in de liturgische muziek van de katholieke eredienst. De beste componisten zoals Willaert werkten als kapelmeesters in gerenommeerde kerkelijke instellingen en ze creëerden polyfone composities voor zeer belangrijke liturgische vieringen. De kerkelijke hiërarchie en liturgische tradities bevorderden de ontwikkeling en verspreiding van die polyfonie, het was ook een kwestie van machtsvertoon, dat laat zich raden. Polyfonie werd gezien als een complexe en verfijnde kunstvorm die de intellectuele en artistieke vaardigheden van de componist weerspiegelde. Het beoefenen van polyfonie werd alleszins beschouwd als een uiting van menselijke bekwaamheid en intellectuele verfijning. In de 16e eeuw werden bovendien cruciale muzikale ontwikkelingen zoals de drukpers en de verspreiding van muzieknotatie bevorderd. Die technologische innovaties maakten het gemakkelijker om muziek te verspreiden en toegankelijk te maken voor een breder publiek. In Venetië bestond er een levendige culturele competitie, waarbij componisten probeerden elkaar te overklassen door nieuwe en innovatieve compositorische technieken te ontwikkelen. Geen klein bier, zou ik denken.


Willaert schreef motetten vespers hymnen psalmen madrigalen enzovoort. Een rijke diversiteit. Hoeveel bleef er van bewaard en welke invloed heeft Antoon Willaert op de moderne muziek?

Wis en waarachtig: Adriaan Willaert heeft een aanzienlijke invloed gehad op de ontwikkeling van de moderne muziek. Ik zei het al: hij introduceerde en ontwikkelde polyfone technieken zoals het gebruik van dubbelkoren; hij experimenteerde met chromatische harmonie, waarbij hij dissonanten gebruikte op een expressieve en doelbewuste manier. Hij heeft vooral een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van het madrigaal, een populair vocaal genre in de Renaissance. Hij introduceerde de zogenaamde "madrigaalvorm", die de tekstexpressie centraal plaatst en muzikale technieken inzet om de betekenis van de tekst te versterken. Deze madrigalen legde de basis voor verdere ontwikkelingen in het genre en ze beïnvloedden componisten zoals Claudio Monteverdi, bij wie we aan het begin van de opera staan. Maar er is nog iets, want laten we dit niet vergeten, naast zijn compositorische werk was Willaert ook een vooraanstaande muziektheoreticus. Hij schreef verschillende theoretische traktaten waarin hij onderwerpen als contrapunt, modi en muzieknotatie behandelde. Zijn geschriften waren van grote invloed op de muziektheorie en -praktijk van zijn tijd en droegen bij tot de ontwikkeling van de muzikale regels en conventies die nog steeds worden toegepast in de klassieke muziek.


Ik vind veel nostalgie terug in de bundel. Je vereenzelvigt je in het verhaal met de componist. Met de gedichten zet je een meer persoonlijke bril op als dichter en beschouwer, in verhouding tot Willaert. Wat herken je van jezelf in zijn ‘geest’? Wat is het raakvlak, de verwantschap?


Ik ben natuurlijk niet Adriaen Willaert, maar een dichter uit de 21e eeuw. Toch heb ik me wis en waarachtig als een jonge Adriaen verplaatst in de begindagen van mijn eigen poëtische ontwikkeling, toen ik nog met schriftjes en potlood door dorp en wereld liep, om nauwkeurig te observeren, details die anders aan de aandacht zouden ontsnappen. Ik heb zoals de Zwitserse dichter Blaise Cendrars, en eigenlijk net zoals Willaert, geëxperimenteerd met ritmes en klanken. Ik verliet de oude paden van rijm en metrum om me te verlaten op een meer Kavafis-achtige benadering van de poëzie, waarbij de melancholie een modus wordt en de fijnbesnaarde gevoelsexpressie een toonaard waarin ik ongewone, soms verrassende en, welja, lichtjes compromitterende taboes verwoord krijg. Poëzie is altijd een samenkomst van ervaring en gevoel en hoe die mix van ervaringen en gevoelens inwerken op de taal, waar elk woord gevangen zit in een netwerk van andere woorden. Ook een gedicht is een soort basiliek waarin je met je muziek polyfoon te werk kan gaan. Ben Lerner, de Amerikaanse auteur en filoloog, heeft hierover interessante dingen geschreven, voortbouwend op de theorie van de Russische filosoof-filoloog Michail Bakhtin. Proza is van oudsher een polyfoon medium, maar ook poëzie kan het worden. Meerdere stemmen, of zo je wel de stemmen van meerdere persona's, kunnen elkaar ontmoeten in mijn verzen. Misschien verklaart dat een beetje waarom je de Portugese Pessoa voelt in de endemische 'melancholie' van mijn verzen.


Je legt ook vaak de link tussen muziek en literatuur. Zo noem je Shakespeare de grootste bard. Veel componisten laten zich inspireren door het hoge woord. Je noemt de Midzomernachtsdroom van Mendelsshohn en de Othello-ouverture van Dvořák als voorbeelden. Hoe werkt die uitwisseling van twee kunstvormen? Hebben ze elkaar nodig? En zo ja, waarom?


Ik ben van oudsher erg geporteerd voor de symbiose van woord en muziek. Als radio-presentator liet ik me daarop graag voorstaan. Elke zin die we uitspreken heeft een bepaalde muziek. Je kan het ook omkeren: elke muziek heeft een narratieve kwaliteit. Het mooiste voorbeeld van een samenkomst van muziek en woord is zonder mij de Winterreise van Franz Schubert, met poëzie van Wilhelm Müller, een overigens relatief minder bekende dichter in die dagen. Nietzsche noemt muziek de superieure kunst. Ook Proust benoemt muziek als 'la communication unique de ce qu'aurait pu être la communication entre les âmes'. Muziek communiceert, net zoals het woord, maar wordt daarbij niet gehinderd door een aura van connotaties, een ruis van misverstanden. In het werk van Proust wordt de essentie van een liefdeservaring alleszins 'gevat' of gevangen door een muzikale frase. Ze 'vertelt' de essentie van die liefde, in een paar maten, terwijl de taal misschien een heel boek behoeft. Als radiopresentator heb ik heel mijn carrière lang 'gedialogeerd' met de muziek. In het woord 'presenteren' zelf zit trouwens een notie van 'prae-sentire': een 'vooraf-voelen'. Dus ja, het leek me een heerlijk vooruitzicht om te dialogeren met de muziek van Adriaen Willaert, om te kijken wat die muziek uitlokte aan gevoelens en herinneringen in mijn eigen leven, net zoals die muziek dat ook zal doen in de wereld van de toehoorder zélf.


Hoe heb je je op deze bundel voorbereid?


Ik heb de muziek van Adriaan Willaert zorgvuldig beluisterd en herbeluisterd. Er was een mooie aanleiding: de uitgave van de LP van een schitterend musicus, Tore Denys, die vanuit Wenen zijn onovertroffen ensemble Dionysos Now! leidt. Hun kernreperoire is polyfonie uit de renaissance en voor zijn LP Adriano heeft Tore o.a. Willaerts 'Missa Mittit ad Virginem' gerealiseerd. Dat is zonder meer sublieme muziek waarnaar ik urenlang luisterde terwijl ik een reeks basisgedichten uitwerkte. Uiteraard wist ik heel goed welke thema's ik behandelen wilde, want er schuilt zeker ook een discursief-pedagogische motivatie in mijn causerie. Ik wilde jonge mensen kennis laten maken met de ware grootheid van Willaerts muziek, hen tonen hoe die gegroeid is, vanuit welke ambitie, langs welke krachtlijnen. Ik geef toe dat ik vijf versies voor deze causerie geschreven heb voor ik tevreden was met het resultaat. Soms moet je een tijdlang zoeken voor je verstrengeling van muziek en woord 'à point' aanvoelt - ja, ik gebruik bewust een culinaire term omdat deze inwerking ook een proces is van langzaam gaar worden. Maar kon ik me een mooier ideaal voorstellen dan de Willaert uit grootmoeders Roeselare ook voor nieuwe generaties aantrekkelijk te maken? Voor mij was het een kwestie van oma te laten leven, ver voorbij haar dood...


Welke projecten liggen er voor jou nog in het verschiet?


Je moet weten dat ik meestal aan verschillende projecten tegelijk werk. Momenteel is dat een Japan-roman, waarin ik op zoek ga naar de essentie van zeven Japan-reizen; een tekst rond de 'Zeven Laatste Woorden' van Joseph Haydn, waarvoor ik op vraag van het muzikaal ensemble 'L'Heure de Musique' een libretto schreef, dus toch weer een muzikaal onderwerp; en verder heb ik ook een nieuwe dichtbundel in voorbereiding, maar die ben ik rustig aan het uittekenen, want ik verwacht de publicatie niet voor 2024 of 2025. Het ene project loopt ondertussen over in het andere: de muziek van Willaert dringt binnen in mijn Japan-tekst; de Japan-ervaringen lopen over in mijn poëzie. Schrijven in verschillende media is voor mij een continuum-gebeuren. Zo is het altijd geweest, en dat gevoel heeft meer dan dertig jaar radio alleen verstevigd voor mij.



interview: Wim Vandeleene



15€ - bestellingen via roer.contact@gmail.com




bottom of page