56

ik zal niets achterlaten

je mag me begraven in water

een richting geven

ver weg van jou

mijn zaad draagt geen vruchten

al mijn namen lopen dood

hoe schuin ik ook snijd

geen ent zal zich aarden

aanvaard dat ik niet meer zal oogsten

vermijd steen en scherf, de gebeitelde woorden

van wie sporen wil maken, geleverd bewijs

van een zichtbaar bestaan

zij die woelen in aarde op zoek

naar oude lessen mogen tasten in het duister

jij hebt naar mij geluisterd, elke ochtend

aangeraakt, dat zegt alles

meer hoeft men later

niet na te vertellen

uit de reeks: Gruis