Lieve Desmet

Coda van een huwelijk

de oude meester puurt uit zijn jongensborst
 
het eerste vers op rijm en ritme dat vanzelf ‘boem paukeslag’
 
de vragen door de kamer jaagt die nog aan de adamsappel kleven

van Wevelgem tot Thebe kwam hij ‘de lezende arbeider’ tegemoet

talend naar een reden moest de geest de kerker uit en het verdriet

van een kindertijd die aan flarden werd geschoten- waarom

waarom ligt zijn laatste boek nu ongeopend en leiden als aan de muur de blinden nog steeds de blinden, porque, porque Maria

‘Maria Lecina’ de herhaling snijdt in ‘t merg
 
en ontbloot terug de bergen en dalen waarover hij groen nog tastte, groen wat hield hij van haar ergens

en misschien bij Ayora, misschien fluistert zij straks fris weer in de heupen, vat een lucifer nog even vlam in dit Epidaurus en proeven wij als van een laatste zegemaal
 

 
om daarna toe te kijken hoe zij hem vermoeid uit zijn stoel heft
 
en weer van het front met één knip
 
terugbrengt in deze zorgtent

Knipogen naar Werumeus Buning, Bertolt Brecht, Garcia Lorca , Van Ostaijen, Breugel de Oude