Annet Zaagsma

48

de vloedlijn is bezaaid met gruis

ik wankel door het warme zand

voorwaarts, voorwaarts

mijn metgezellen bestaan

uit alleen maar linkerschoenen

voor altijd gestrand als wereldreizigers

tussen tandenborstels en gerafeld touw

in de verte nadert een vreemdeling

de horizon trilt

een drone gezonden door moeder aarde

peilt mij met zijn gele oog

ik waan mij een schipbreukeling

kan elke moment dit decor verlaten

de verhalen negeren

die om mijn voeten spelen

hier woont de eeuwigheid

tweemaal daags begint alles

opnieuw

uit de reeks: Gruis